mbo 2 hoofdstuk 6 afronden en gemiddelde

1 / 15
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Rond af op het dichtstbijzijnde gehele getal.
3437,48

Rond af op het 3437,48

Slide 7 - Open question

3437,48 ligt tussen 3437 en 3438
Het ligt dichter bij 3437
Je kunt dit zien aan het eerste getal achter de komma, de tienden. Dat is een 4
3437,48 is kleiner dan 3437,5 en ligt dus dichter bij 3437 dan bij 3438


Slide 8 - Open question

19,38496 ligt tussen 19 en 20
Het ligt dichter bij 19
Je kunt dit zien aan het eerste getal achter de komma, de tienden. Dat is een 3
Is het cijfer een 0, 1, 2, 3 of 4 dan rond je naar beneden af

Rond 25,789 af op 1 decimaal

Slide 9 - Open question

Als je afrondt op 1 decimaal, dan kijk je naar het 2e cijfer na de komma.
Bij 25,789 is dat de 8
Is dit cijfer een 5 of hoger, dan rond je af naar boven.
25,789 wordt 25,8

Slide 10 - Slide

This item has no instructions


Slide 11 - Open question

49 ÷ 4 = 12,25
In 12 kano’s passen 48 studenten. Er gaan 49 studenten mee. Dit betekent dat er 13 kano’s nodig zijn om alle studenten te laten kanoën.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is het gemiddelde van 4400 en 3000?

Slide 13 - Open question

Totaal: 4400 + 3000 = 7400
Gemiddeld: 7400 ÷ 2 = 3700


Slide 14 - Open question

Totaal: 6 + 5 + 7 + 4 + 3 = 25
Gemiddeld: 25 ÷ 5 = 5


Slide 15 - Open question

Totaal: 1,68 m + 1,75 m + 1,62 m + 1,71 m + 1,64 m = 8,40 m
Gemiddeld: 8,40 meter ÷ 5 = 1,68 meter