St. Nikolaas in de School.
‘Wel meester! hoe gaat het
Met Mina en Koo?’
‘“Ja waarde Sint Niklaas!
Dat is maar, zóó, zóó!”’
‘Verdienen ze een prijsje
Of zijn zij 't niet waard?’
‘Zij zijn als al de and'ren,
Wat vrolijk van aard.’
‘Welnu dan, wie stil is
En vlijtig hier leert,
Ziet, als ik terug kom,
Een prijs zich vereerd.’