Les 3: Omgaan met klanten

• Verkooppraktijk
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Wat doe jij in de winkel?

Lesplanning:

• Wat ga je leren in de lessen 'werken in de winkel?'
• Welk gedrag laat je zien in jouw winkel?
• Rollenspel klantvriendelijkheid

In welke winkels word jij goed geholpen?

Als een verkoper niet vriendelijk is komt ik nooit meer in die winkel!

Dat klopt

Dat klopt niet

Welk soort klant in de winkel zou je heel lastig vinden om klantvriendelijk bij te blijven?

01:55

Kun je dit brood nog verkopen?

1. Ja natuurlijk!
2. Nee, dat is niet hygiënisch

02:46

Mag je zomaar een broodje frikandel eten als winkelmedewerker?

1. Ja is toch lekker!
2. Nee, maar stiekem wel.
3. Ja, alleen als deze nog lekker warm is.
4. Nee, dit mag nooit. Daar zet je je baan/stage mee op het spel.

04:55

Wat kan Chantal zeggen om beleefd om te roepen?

05:24

Wat zou jij doen als de klant met zo'n vraag kwam?

Zoek een plaatje van een persoon die vriendelijk is in een winkel!

Zoek een persoon op waarbij jij denkt dat die lastig is in een winkel!

Als verkoper mag je nooit vooraf oordelen over een klant

Waar

Niet waar

Soorten winkels

• Supermarkten;
• kledingwinkels;
• speciaalzaken;
• Warenhuizen;
• Online winkels (bijvoorbeeld Bol.com).

02:40

Wat zou jij doen als een klant iets laat vallen?

In welke winkel(s) zou jij willen werken?

Hoeveel korting krijg je voor de wasmachines?

1. 66 procent
2. 66 euro
3. 15 procent
4. 50 procent

Hoeveel moest hij betalen voor de snoep?

1. 60 euro
2. 6 euro
3. 5,99 euro
4. 1 euro

Wie is er altijd koning?

1. De baas
2. De klant
3. De personeel
4. De oudste

Hoeveel broodjes kebab wilt hij bestellen

1. 5
2. 1
3. 15
4. 3

Hoeveel broodjes kabab kan hij bestellen

1. 2
2. 3
3. 1
4. 5

Praktijkopdracht

- We gaan weer het rollenspel spelen in de kas!

Vandaag voor een cijfer

Let op!

- Altijd klantvriendelijk blijven

- Zorg voor een nette oplossing bij het probleem

Wie is er altijd koning

1. De medewerker
2. De Oudste
3. De baas
4. De klant

Waarom deed de tv het niet

1. De tv was kapot
2. De tv stond nog uit
3. De tv was te duur
4. De tv was gevallen

Kassatraining

Ga verder met kassatraining op de laptop!

Waar twijfelt de klant over?

1. over alles
2. over niets
3. over koken
4. over eten