Les 1 jaar 3

• Autotechniek
• MBO
• Studiejaar 3

Vakleer Les 1

Welkom 

Wat gaan we doen?

Terugblik naar vorig schooljaar. 

Wat weten we nog? 

Wat gaan we dit jaar doen. 

Start met het nieuwe onderwerp. 

Wat hebben we vorig jaar gedaan?

Vorig jaar hebben we de volgende onderdelen afgerond: 

• 13 Accu- en Laadsystemen 
• 15 Startsystemen 
• 14 Elektrotechniek 2 / Elektrische aandrijving EV1 
• 17 Benzine- en ontstekingssystemen 
• 20 Dieselsystemen 
• 18 Wielgeometrie en besturing 
• 19 Netwerk comfort en veiligheid 
• 21 Veiligheidssystemen remmen 
• 16 Transmissie 
• 22 LPG-, LNG- en CNG-systemen/Alternatieve brandstofsystemen

Wat weten we nog? 

Nu volgen een aantal vragen. 

Log in om mee te doen. 

Wat wordt er bedoeld met de bronspanning?

1. Dit is het spanningsverschil tussen de + en - pool van een onbelaste accu
2. Dit is het spanningsverschil tussen de + en - pool van een belaste accu
3. Dit is de stroom tussen de + en - pool van een onbelaste accu
4. Dit is de stroom tussen de + en - pool van een onbelaste accu

Op een accu staat: 12V / 70Ah / 640A.
Wat wordt er bedoeld met de capaciteit van een accu?

1. De hoeveelheid spanning die de accu kan bevatten.
2. Hoe groot de startcapaciteit van de accu is.
3. De hoeveelheid stroom die de accu kan bevatten.
4. De hoeveelheid energie die de accu kan bevatten.

Op een accu staat: 12V / 80Ah / 640A
De capaciteit is met is met 10% gedaald.
Wat is de huidige capaciteit van de accu?

1. 70Ah
2. 75Ah
3. 72Ah
4. 8Ah

Binnen een Startmotor kennen we de term Lorentzkracht.
Waarvan is de grootte van de Lorentzkracht (FL) afhankelijk?

1. De grootte van het magnetisch veld (B) in tesla.
2. De diameter van de rotor.
3. De grootte van de stroom door de elektrische geleider (I) in ampère.
4. De lengte van de geleider in het magnetisch veld (l) in meters.

De batterijspanning is 12,4V. De tegenspanning in de startmotor is 6V. Wat is de effectieve spanning waarop de startmotor nu werkt?

1. 12,4V
2. 6,4V
3. 18,4V
4. 6,0V

Wat gebeurt er met de weerstand van een NTC als de temperatuur toeneemt?

1. Dan wordt de weerstandswaarde minder.
2. Dan wordt de weerstandswaarde meer.
3. De weerstandswaarde blijft gelijk ongeacht de temperatuur.
4. Dit is geen weerstand , dus er gebeurt niets.

Wie bepaald welke werkzaamheden aan een EV-voertuig uit gaat voeren?

1. Een EV- vakbekwaam persoon (VP)
2. De receptionist
3. De voldoende onderricht persoon (VOP)
4. De EV- werkverantwoordelijke (WV)

Benzinesysteem:
Hoe wordt de brandstofinspuithoeveelheid aangepast bij een direct spuitsysteem?

1. Met het aantal omwentelingen van de motor
2. Met het aanpassen van de brandstofdruk in de rail en de inspuittijd.
3. Met de verandering van het gaspedaal
4. Met de aansturing van de brandstofpomp

Welk van de volgende onderdelen behoren tot het lage drukgedeelte van een directe benzine inspuitsysteem?

1. Brandstoffilter
2. Injectoren
3. Brandstofrail
4. Opvoerpomp

Verschillende sensoren werken met een inductiespanning.
Wanneer treedt er zelfinductie op?

1. Als de stroom door een geleider in-/uitgeschakeld wordt.
2. Als twee permanente magneten elkaar afstoten.
3. Als er een constante stroom door een geleider loopt.
4. Als een geleider in een magnetisch veld gehouden wordt.

Welke energieomzetting vindt er plaats in een verbrandingsmotor?

1. Chemische energie wordt omgezet in elektrische energie.
2. Mechanische energie wordt omgezet in chemische energie.
3. Elektrische energie wordt omgezet in mechanische energie.
4. Chemische energie wordt omgezet in mechanische energie.

Dieselsystemen:
Welke stelling over een commen rail-inspuitsysteem is juist?

1. Er lopen meerdere leidingen vanaf de hogedrukpomp naar de gemeenschappelijke leiding.
2. Voor elke verstuiver loopt er een leiding vanaf de hogedrukpomp.
3. De gemeenschappelijke leiding staat constant onder hoge brandstofdruk.
4. De verstuivers worden bediend door de brandstofdruk.

Op welke twee manieren kan een direct ingespoten dieselmotor de brandstof kunnen inspuiten?

1. Doormiddel van een wervelkamer
2. Met een Common rail-inspuitsysteem
3. Doormiddel van pompverstuivers
4. Met een voorkamer

Uitlijnen:
Wat is de Engelse benaming van de fuseelangshelling?

1. Caster
2. Toe-out
3. Camber
4. KPI

Caster = fuseelangshelling (naspoor) 

Toe-out = toe en uitspoor 

Camber = Wielvlucht 

KPI = fuseedwarshelling (King Pin Inclination) 

Geef aan hoe een hoek bij het uitlijnen uitgedrukt kan worden?

1. In graden Celsius
2. In graden Fahrenheit
3. In uren, minuten en seconden
4. In graden, minuten en seconden

CAN-bus:
Geef aan wat een bis is.

1. Een bit is een groep van 8 informatieeenheden
2. Een bit is de kleinste informatieeenheid
3. Een bit is een '0'
4. Een bit is een '1'

Vier regeleenheden willen hun dataframes met verschillende indentifiers tegelijk zenden. Welke regeleenheid heeft de hoogste prioriteit?

1. Regeleenheid 1 met identifier 0000 1110 1111b
2. Regeleenheid 2 met identifier 0000 1111 1011b
3. Regeleenheid 3 met identifier 0000 1111 1101b
4. Regeleenheid 4 met identifier 0000 1101 1011b

Regeleenheid 4 heeft als eerste een 0 die niet tegelijk is met een andere regeleenheid. 

Volgorde: 

4, 1, 2 en 3 

Kies de juiste volgorde van datasnelheid van laag naar hoog.

1. CAN => LIN => FlaxRay
2. LIN => FlaxRay => CAN
3. LIN => CAN => Flaxray
4. FlaxRay => CAN => LIN

Remmen:
Een auto heeft een massa van 1500 kg (15.000N).
Wat is de benodigde remkracht als de auto met een vertraging van 4 m/s^2 wordt afgeremd?
Frem = m x a

1. Frem = 1500 kg x 4 m/s^2 = 6000N
2. Frem = 15000 kg x 4 m/s^2 = 60000N
3. Frem = 1500 kg / 4 m/s^2 = 375N
4. Frem = 15000 kg / 4 m/s^2 = 3750N

Frem = m x a

Frem = 1500 kg x 4 m/s^2 = 6000N

Waarom is de maximale remkracht niet op alle wielen gelijk?

1. De remkracht verschilt en wordt bepaald door het aantal inzittenden.
2. De remkracht is achter altijd hoger door het hogere gewicht op de achteras.
3. De remkracht wordt bepaald door de breedte van de banden en die is overal gelijk.
4. De remkracht op de wielen moet verschillen vanwege het verschil in gewicht waarmee de wielen op het wegdek drukken.

Wat zijn de voordelen van deze aandrijfconstructie?

1. Lichte constructie
2. Hoge rijstabiliteit
3. Minder brandstofverbruik
4. Hogere topsnelheid

Gegeven:
Toeren motor = 2500 rpm
Toeren uitgaande as = 350 rpm
Bereken de overbrengsverhouding
(i = z2/z1)

1. 23/30=0,77 21/32=0,66 0,77/0,66=1,7
2. 30/23=1,30 32/21=1,52 1,30/1,52=0,86
3. 23/30=0,77 21/32=0,66 0,77x0,66=0,51
4. 30/23=1,30 32/21=1,52 1,30x1,52=1,98

Een LPG-tank mag je niet helemaal vullen. Tot hoe vol mag je een LPG-tank vullen?

1. Tot 50%
2. Tot 70%
3. Tot 80%
4. Tot 90%

Wat is het verschil tussen LPG, CNG en LNG?

1. LPG = autogas (propaan & butaan) CNG = gecomprimeerd aardgas LNG = vloeibaar aardgas
2. LPG = vloeibaar aardgas CNG = compact aardgas LNG = autogas (butaan & propaan)
3. LPG = gecomprimeerd aardgas CNG = autogas (propaan & butaan) LNG = vloeibaar propaangas
4. LPG = vloeibaar aardgas CNG = gecomprimeerd propaangas LNG = vloeibaar butaangas

Wat gaan we dit jaar doen?

De volgende onderwerpen gaan we dit jaar aan werken: 

• On Board Diagnose 
• Motormechanische systemen 
• Elektrische aandrijving EV2 
• Comfortsystemen HVAC 
• Motormanagement Benzine 
• Motormanagement Diesel