Bereken de stopafstand welke af wordt gelegd in het (v,t)-diagram hiernaast.
Pro:
Een auto die met 54 ðð/â een zebrapad nadert ziet een kind dat de weg op rent. Op ð¡ = 0 ð ziet de bestuurder het kind. Op ð¡ = 0,8 ð begint hij met remmen en op ð¡ = 3,8 ð komt hij tot stilstand. Bereken de stop afstand.