GT2 H6

Herhaling  H6
1 / 35
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Herhaling  H6

Slide 1 - Slide

Herhaling  §6.1
stroboscopische foto

Slide 2 - Slide

Herhaling  §6.1

Slide 3 - Slide

Hoe heet een lamp die knippert en met regelmatige tussenpozen een korte lichtflits geeft?
A
stoplicht
B
stroboscoop
C
stethoscoop
D
fotoscoop

Slide 4 - Quiz

Herhaling  §6.2
Gemiddelde snelheid = afstand : tijd

Een atlete die de 100 m in 10,8 seconde loopt.
Wat is zijn gemiddelde snelheid?
Gemiddelde snelheid = afstand: tijd

Gemiddelde snelheid = 100:10,8 = 9,3 m/s

Slide 5 - Slide

Herhaling  §6.2
Gemiddelde snelheid = afstand : tijd

Een brommer legt in 25 km af in  45 minuten.
Wat is zijn gemiddelde snelheid.

45 min = 45:60 = 0,75 uur.
gemiddelde snelheid = 25: 0,75 = 33,3 km/h

Slide 6 - Slide

Herhaling  §6.2

Slide 7 - Slide

Johan wandelt 40km hij vertrekt om 8 uur en komt om 16:30 aan. Wat is zijn gemiddelde snelheid in km/h?
A
4,3
B
4,5
C
4,7
D
4,9

Slide 8 - Quiz

Loes rent 60 meter in 12 seconden. Wat is haar gemiddelde snelheid in m/s?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 9 - Quiz

Herhaling  §6.2
m/s naar km/h      km is groter dan m   dus je moet        x 3,6

km/h naar m/s      m is kleiner dan km   dus je moet        : 3,6

Slide 10 - Slide

Als Loes 5m/s rent, want is dan haar snelheid in km/h?
A
15km/h
B
16km/h
C
17km/h
D
18km/h

Slide 11 - Quiz

Herhaling  §6.3
Eenparige beweging

Slide 12 - Slide

Herhaling  §6.3
V
versnelde beweging

Slide 13 - Slide

Herhaling  §6.3
vertraagde beweging

Slide 14 - Slide

Wat voor soort beweging heb je als de snelheid constant is?
A
gelijkmatig
B
eenparig
C
linear
D
continu

Slide 15 - Quiz

Wat voor beweging maakt een golfbal die een helling op wordt geslagen?
A
vertraagd
B
eenparig
C
versneld

Slide 16 - Quiz

Wat voor beweging maakt een paasei dat uit een mandje valt?
A
vertraagd
B
eenparig
C
versneld

Slide 17 - Quiz

Peter fiets in 20 minuten naar huis. Hij fietst 18km/h. Hoeveel kilometer woont hij van school?

Slide 18 - Open question

Wat is de snelheid in m/s wanneer je 90km/h rijdt?

Slide 19 - Open question

Hoeveel km heeft Sven afgelegd als hij een half uur 24km/h rijdt en 15 min 32 km/h?

Slide 20 - Open question

Herhaling  §6.4
Wat kan je rijvaardigheid beïnvloeden

Slide 21 - Slide

Herhaling  §6.4

Slide 22 - Slide

Herhaling  §6.4

Slide 23 - Slide

Herhaling  §6.4

Slide 24 - Slide

Als een bestuurder tijdens het rijden zijn telefoon gebruikt wordt zijn reactietijd:
A
korter
B
blijft gelijk
C
langer

Slide 25 - Quiz

Als een bestuurder tijdens het rijden zijn telefoon gebruikt wordt zijn remweg:
A
korter
B
blijft gelijk
C
langer

Slide 26 - Quiz

Als een bestuurder tijdens het rijden zijn telefoon gebruikt wordt zijn stopafstand:
A
korter
B
blijft gelijk
C
langer

Slide 27 - Quiz

Wat is een rede voor een langere remweg?
A
zwaar beladen
B
druk gesprek
C
vermoeid
D
geen afstand houden

Slide 28 - Quiz

Welke formule is juist?
RA = reactieafstand
SA = stopafstand
RW= remweg
A
SA - RA = RW
B
RA + SA = RW
C
SA + RW = RA
D
RA+ RW = SA

Slide 29 - Quiz

Wat wordt er groter als je beginsnelheid groter is?
A
reactieafstand en remweg
B
Reactie tijd en remweg
C
remweg
D
reactieafstand

Slide 30 - Quiz

Wat gebeurt er met de remweg als de beginsnelheid 2x zo groot wordt?
A
blijft even lang
B
wordt ook groter maar niet 2x zo groot
C
wordt 2x zo groot
D
wordt meer dan 2x zo groot

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Video

Deze jachtluipaard rent 91 meter in 5,7 seconden. Wat is de gemiddelde snelheid in m/s?
A
12
B
14
C
16
D
18

Slide 33 - Quiz

Deze jachtluipaard rent 91 meter in 5,7 seconden. Wat is de gemiddelde snelheid in km/h?
A
57,5
B
63,8
C
71,2
D
87,9

Slide 34 - Quiz

Een jachtluipaard rent op topsnelheid 115 km/h. Wat is de snelheid in meter per seconden?
A
25
B
32
C
38
D
43

Slide 35 - Quiz