M&M klas 2 (2022-2023) H7.3 Opkomst van duurzame energie

Deze les


7.3 Opkomst van duurzame energie



1 / 29
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Deze les


7.3 Opkomst van duurzame energie



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waarom moeten wij meer duurzame energie gaan gebruiken?
A
De fossiele brandstoffen raken op en de brandstoffen zorgen voor dat de aarde warmer wordt
B
De fossiele brandstoffen raken op en duurzame energie is veel goedkoper

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Vandaag en donderdag
Nu nog één les over duurzame energie.
Laptop open en inloggen!
Na de pauze in je boek werken.

Donderdag gaan we het werk beoordelen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Leerdoelen
  • Aan het eind van de les kan ik nadelen van fossiele brandstoffen noemen.
  • Aan het eind van de les kan ik in eigen woorden het begrip energietransitie uitleggen.
  • Aan het eind van de les kan ik uitleggen welke voor- en nadelen duurzame energiebronnen hebben. 



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

  • Waar zorgt CO2 voor? 
  • Hoe kan het dat er steeds meer CO2 vrij komt? 
  • Wat gebeurt er als er veel CO2 vrij komt?

Soorten energiebronnen 
Energiebronnen zorgen voor energie

We hebben drie soorten energiebronnen 
  1. Kernenergie (nucleaire)
  2. Fossiele energie 
  3. Groene energie (duurzame energie) 

Van alle energie die de mens momenteel op deze aarde gebruikt, is 80% afkomstig uit fossiele bronnen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Fossiele brandstoffen

Bijv. aardolie, aardgas en steenkool kun je verbranden om van water stoom te maken --> energie opwekken

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Fossiele brandstoffen
Nadelen:
  • Er komt heel veel CO2 vrij --> dit komt in de atmosfeer terecht --> opwarming
  • De brandstoffen raken op = uitputbare energiebronnen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wanneer kernenergie fout gaat: Tsjernobyl

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

maart 2011: kernramp in Japan

  • Een zware aardbeving voor de kust bij Japan tilde het   zeewater op waardoor een enorme golf ontstond: een   tsunami.
  • De tsunami kostte 25.000 mensen het leven en zorgde voor   240 miljard euro schade. 
  • Ook raakte de kerncentrale van Fukushima zwaar   beschadigd. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Door het versterkte broeikaseffect veranderd het klimaat. In 2015 hebben 195 landen afgesproken hier wat aan te doen, Amerika niet. 

De belangrijkste afspraken zijn; 
  • Opwarming van de aarde beperken (max 2 graden). 
  • Stop toename van de uitstoot van broeikasgassen. 
  • Alle landen zijn verplicht om het akkoord uit te voeren. 
  • Arme landen krijgen financiele ondersteuning. 
  • Ieder land moet geld geven en onderzoek doen naar vernieuwingen in de klimaatontwikkelingen. 

Om dit te bereiken worden bijvoorbeeld duurzame energiebronnen gebruikt: wind- en zonne-energie, waterkracht, aardwarmte etc. 
Klimaatakkoord Parijs

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Duurzame energiebronnen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Duurzame energiebronnen
Duurzame energiebronnen zijn minder schadelijk voor het milieu + kunnen niet op raken 

Er wordt geprobeerd om over te gaan op deze vorm van energie:
  • = energietransitie 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Duurzame energiebronnen zijn bijvoorbeeld wind, zon en water.
Hoe wek je windenergie op?
  • De wind laat wieken van een windmolen draaien.
     
Hoe wek je zonne-energie op?
  • Zonnepanelen zetten zonlicht en zonnewarmte om in energie.
 



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Windenergie

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Welke voordeel heeft duurzame energie?
  • Het raakt niet op.
     
Welke nadelen heeft windenergie?
  • Er is niet altijd genoeg wind op land. Wel op zee, maar dan moet de energie verplaatst worden. 
 


Slide 16 - Slide

This item has no instructions


Welke nadelen heeft zonne-energie?
  • Er is niet genoeg zon als het bewolkt is en ‘s nachts is het donker.

Welke nadelen heeft waterkracht?
  • Een stuwmeer verandert het landschap.
  • Getijdenenergie kan schadelijk zijn voor zeedieren.


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat is biomassa?
  • Biologisch afval dat wordt gebruikt als brandstof voor energie. Bijvoorbeeld mest, plantenresten, houtsnippers.

Waarom is biomassa wel duurzaam?
  • Je hoeft er geen nieuwe grondstoffen voor te winnen.

Waarom is biomassa niet duurzaam?
  • Bij de verbranding komt CO2 vrij.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Biomassa en biobrandstof 
Wat is biobrandstof?
Brandstof die gemaakt wordt van gewassen, zoals koolzaad en suikerriet.

Wanneer is biobrandstof niet duurzaam?
Als bossen worden gekapt en akkers plaats moeten maken om biomassa te leveren.


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Wat is geen voorbeeld van een fossiele brandstof?
A
Waterkracht
B
Aardolie
C
Steenkool
D
Aardgas

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Op de afbeelding staat een voorbeeld van duurzame energie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Op de afbeelding staat een voorbeeld van duurzame energie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen duurzame energie?
A
Zonne-energie
B
Bodemwarmte
C
Aardgas
D
Windenergie

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Op de afbeelding staat een voorbeeld van duurzame energie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Welke vorm van duurzame energie zie je op de afbeelding?
A
Windkracht
B
Aardwarmte
C
Waterkracht
D
Zonne-energie

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Op de afbeelding staat een voorbeeld van duurzame energie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is géén doel van de Klimaatakkoord van Parijs?
A
De voedselproductie mag niet in gevaar komen.
B
De opwarming van de aarde wordt beperkt tot maximaal 5ºC.
C
Arme landen krijgen financiële ondersteuning.
D
Alle landen zijn verplicht om het akkoord uit te voeren.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Heb jij vandaag nieuwe dingen geleerd in de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

This item has no instructions