13.1 Lengtematen

• Rekenen
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

	Vak: Rekenen Hoofdstuk: 13.1 Lengtematen
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je werkboek van rekenen en 

laat deze nog even dicht op tafel liggen. 

2. Lesdoel 

Aan het eind van deze les:

- kun je verschillende eenheden van lengte naar elkaar omrekenen

3. Arrangementen + mini-check

- Verdiept (8 of hoger): niemand

Iedereen doet mee met de mini-check

Wat geeft lengte aan?

1. hoe zwaar iets is
2. hoe lang iet is
3. hoeveel er in een voorwerp past

Wat is de juiste lengtemaat?
de dikte van een stripboek is 15 ..

1. Decimeter
2. Centimeter
3. Meter
4. Millimeter

Wat is de juiste lengtemaat?
de afstand tussen Amsterdam en Parijs is 450 ..

1. Decimeter
2. Kilometer
3. Meter
4. Millimeter

km

m

mm

dam

cm

hm

dm

10 cm is 1 dm

1. Waar
2. Niet waar

Wie maakt wat:

4 of meer vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:

les 13.1, opdracht 1 t/m 11 op bladzijde 27 t/m 36

De rest doet mee met de instructie.

4. Instructie

Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Wanneer welke lengtemaat

• kilometers (km)                      afstand die je met de auto rijdt
• Hectometers (hm)                afstand tussen afstandspaaltjes op de snelweg
• Decameters (dam)                afstand tussen lantaarnpalen
• Meters (m)                                breedte van een tuinpad
• Decimeters (dm)                    lengte  prittstift
• Centimeters (cm)                  afstand tussen je  ogen
• Millimeters (mm)                   dikte van een cd

Omrekenen van lengtematen

• De basis is de "meter"
• Door een voorvoegsel (kilo, deca, hecto, milli) zijn de andere lengtematen afgeleid van de meter
• Van kleinere naar grotere lengtemaat = x 10
• Van grotere naar kleinere lengtemaat = : 10
• De komma verschuift iedere stap één plek.

Lengte 

De lengte van een figuur geeft aan hoe lang dat figuur of voorwerp is. 

Soms hebben ze het ook wel over afstand.

Bijvoorbeeld:

• De Lengte van de woonkamer is 7 meter. 
  
• De afstand tussen Oosterhout is 5 km.
  

De lengte geeft aan hoe lang

een figuur of voorwerp is.

Met lengte kan ook een afstand worden bedoeld.

Voorbeelden

• De caravan is 6 meter lang.
• De liniaal heeft een lengte van 30 cm.
• De afstand naar Almelo is 15 km.

5. Begeleid inoefenen

Geen of 1 vraag goed bij de mini-check -->

Dan maken we samen opdracht 3 en 7

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig 13.1 opdracht 1 t/m 11 op bladzijde 27 t/m 36

Ben je klaar?

Nakijken & verbeteren

Daarna pak je een wiskundespel uit de kast of maak je een sudoku

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

Lesdoelen: 

- kun je verschillende eenheden van lengte naar elkaar omrekenen?

8. Huiswerk & Toetsen

Huiswerk:

Woensdag 8 november

13.1 opdracht 1 t/m 11

Toetsen: