Louis XIV is niet alleenheerser van zijn land, maar bemoeit zich ook veel met de Franse kunst en literatuur. Hij gebruikt dit als een soort propaganda om zijn eigen invloed te vergroten.
De bevolking lijdt onder de steeds hoger wordende belastingen om de plannen (oorlogen, maar ook aan het hof) van de koning te kunnen financieren.
Slide 6 - Slide
Le Roi-Soleil
Ballet royal de la Nuit. Louis XIV en Apollon (le Roi-Soleil), dessin anonyme (1653)
Hij houdt vooral van dans en speelt zelf de hoofdrol van de Roi-Soleil (Zonnekoning) in het Ballet royal de la Nuit.
In dit dansstuk is hij het middelpunt van het heelal en verjaagt hij de nacht met zijn zonnestralen. Hij ziet zichzelf precies zo, als middelpunt van de wereld, maar ook als Gods vertegenwoordiger op aarde.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Le Roi-Soleil
Louis XIV, peint par Hyacinthe Rigaud (1701)
In 1682 is één van zijn andere grote projecten daar en verhuist hij met heel zijn hofhouding naar het paleis van Versailles.
Classicistisch: - symmetrische tuinen
- regels aan het hof (etiquette, hiërarchie)
Zelfs de kunst staat in dienst van de koning en kunstenaars werken aan het hof. Alles wat Louis XIV niet aanstaat wordt gecensureerd.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Video
Le Roi-Soleil
Ballet royal de la Nuit. Louis XIV en Apollon (le Roi-Soleil), dessin anonyme (1653)
Louis XIV zichzelf zag als Gods vertegenwoordiger op aarde. Om iedereen hem te laten gehoorzamen maakt hij het katholicisme tot staatsgodsdienst.
Ook besluit de koning dat alle kinderen tot 14 jaar naar school moeten waar zij les krijgen van een katholieke docent in dienst van de staat.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Molière
Molière dans le rôle de Jules César, peint par Nicolas Mignard (1656)
Jean-Baptiste Poquelin, bekend onder de naam Molière, is zonder twijfel de meest bekende Franse komedieschrijver.
Werkt aan het hof van Louis XIV
- schrijver
- acteur
- dramaturg
- 32 toneelstukken geschreven
Slide 14 - Slide
Molière
Molière dans le rôle de Jules César, peint par Nicolas Mignard (1656)
Geeft kritiek op:
- hypocrisie
- neppe, gefabricieerde deugdelijkheid
satire op wat hij ziet in de maatschappij
sommige van zijn stukken (Tartuffe, Dom Juan) mogen na de eerste uitvoering niet meer uitgevoerd worden en worden pas na zijn dood herontdekt
Slide 15 - Slide
Le Malade imaginaire
Molière dans le rôle de Jules César, peint par Nicolas Mignard (1656)
- 1673 - gaat over de hypochonder Argan - spot drijven met Argan en de artsen - Molière - die zelf de rol van Argan speelde - overlijdt op het toneel tijdens de vierde uitvoering van Le Malade imaginaire
Slide 16 - Slide
Le Malade imaginaire
Lees op de website Le Malade imaginaire en geef antwoord op de vragen 1 t/m 8.
Slide 17 - Slide
Réponses : Le Malade imaginaire
1) (regel 7) Wie noemt Toinette kwakzalvers? Monsieur Purgon en alle andere artsen die Argan eerder geraadpleegd heeft.
2) Wat is er volgens Toinette aan de hand met Argan? Alle symptomen zijn terug te voeren op een slecht functionerende long. Daarnaast trekt de rechterarm van Argan al het voedsel naar zich toe, waar de rest van zijn lijf onder lijdt.
3) En hoe zouden zijn problemen opgelost kunnen worden? De rechterarm amputeren en het rechteroog uitsteken.
Slide 18 - Slide
Réponses : Le Malade imaginaire
4) Quel mot décrit le mieux le ton sur lequel parle Toinette ? A) décidé
5) De quelle manière Argan réagit-il aux remèdes que propose Toinette ? C) peureux
6) Waarom denk je dat Toinette zich als arts heeft vermomd? Alleen in vermomming kan ze Argan een lesje leren.
Slide 19 - Slide
Réponses : Le Malade imaginaire
7) Wie wordt of worden er door Toinette in dit stuk bespot? - Argan, die hypochonder is en zich vanalles aan laat praten. - De artsen, die van de situatie misbruik maken en geld verdienen aan de hypochonder.
8) Molière past in Le Malade imaginaire het concept plaire et instruire toe. Leg uit wat hij de toeschouwer wil leren. Lis le texte et réponds aux questions en néerlandais. Hij wil het publiek leren dat ze niet zomaar alles aan moeten nemen van de ‘heren doktoren’, maar ook hun eigen verstand moeten gebruiken.
Slide 20 - Slide
La tragédie
Image de Phèdre
- personages ontleend aan de klassieke oudheid - onoplosbare conflicten ; gaan een onontkoombaar noodlot tegemoet
- bienséance (fatsoen) - catharsis (zuiverende werking) - règle des trois unités : 1 plek 1 etmaal 1 verhaallijn
Slide 21 - Slide
Jean Racine
Jean Racine, portrait peint par Jean-Baptiste Santerre
(1639 - 1699)
Griekse tragedies als inspiratiebron
Louis XIV (historiographe)
Académie française
stopt als hij 38 is met toneelschrijven >>> Phèdre
règle des trois unités
Slide 22 - Slide
Phèdre
Phèdre, Acte I, scène 3
Illustration de Anne-Louis Girodet de Roucy-Trioson (1767 - 1824)
- personages kampen met een conflict tussen de liefde en familie-eer
- Phèdre (1677)
Phèdre, een Griekse koningin, wordt verliefd op haar stiefzoon Hippolyte. Als haar man Thésée lange tijd afwezig is, biecht ze haar liefde op, maar Hippolyte is al verliefd op Aricie. Als Thésée onverwacht terugkeert, probeert Phèdre zichzelf te redden door te zeggen dat Hippolyte haar probeerde te verleiden.
Thésée vervloekt zijn zoon, met vreselijke gevolgen voor alle betrokkenen.
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Phèdre
Phèdre, Acte I, scène 3
Illustration de Anne-Louis Girodet de Roucy-Trioson (1767 - 1824)
Réponds aux questions 9 à 13 sur Phèdre de Jean Racine.
Slide 25 - Slide
Réponses : Phèdre
9) Phèdre vindt het lastig om een bekentenis te doen. Noteer de woorden uit de tekst waaruit dat blijkt. je tremble, je frissonne (r.12).
10) Welke omschrijving(en) geeft Phèdre in dit fragment van Hippolyte? Ze duidt hem aan als de zoon van een Amazone en als prins (die ze geen blik waardig keurde).
Slide 26 - Slide
Réponses : Phèdre
11) Quelle est l'attitude d'Œnone envers Phèdre ? B) Elle est humble.
12) Que pense Phèdre de son amour pour Hippolyte ? A) Elle a honte.
13) Œnone est la seule à prononcer le nom d'Hippolyte dans ce fragment. Pourquoi Racine ne laisse-t-il pas prononcer le nom d'Hippolyte par Phèdre ? A) Parce que c'est contre la règle de bienséance.
Slide 27 - Slide
Les Fables de La Fontaine
Jean de La Fontaine par Hyacinthe Rigaud, 1690
Nous allons regarder une vidéo à propos de Jean de La Fontaine.
Regardez la vidéo et prenez des notes.
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
Le Loup et l'Agneau
Lees op de website Le Loup et l'Agneau en geef antwoord op de vragen 14 t/m 21.