G6 formule opstellen + G8 gelijkheden (differentiatie)
G6
Opstellen van een formule
1 / 29
next
Slide 1: Slide
WiskundeSecundair onderwijs
This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
G6
Opstellen van een formule
Slide 1 - Slide
Denken over...
Wat wordt er gevraagd? (zal altijd voor '=' staan)
Wat is er afhankelijk van iets? (zal altijd gecombineerd worden in de formule met een letter)
Slide 2 - Slide
Voorbeeldoefening
Johny kan verse eieren kopen bij de lokale boerderij. Hij betaalt 0,25 euro voor een ei en een
doosje kost 0,80 euro.
Stel een formule op die het totale bedrag b weergeeft in functie van het aantal eieren 𝑎.
Slide 3 - Slide
Johny kan verse eieren kopen bij de lokale boerderij. Hij betaalt 0,25 euro voor een ei en een
doosje kost 0,80 euro.
Stel een formule op die het totale bedrag b weergeeft in functie van het aantal eieren 𝑎, dat Johny koopt.
.
Wat wordt er gevraagd? --> het totale bedrag b
De formule start dus met b =
Van wat is de prijs afhankelijk? --> van het aantal eieren a.
0,25a zal ook een deel zijn van de formule
Is er nog iets waar we rekening mee moeten houden? --> de prijs van het doosje (0,80 euro)
Slide 4 - Slide
Alles samenvoegen in 1 formule
Het totale bedrag: b =
De prijs is afhankelijk van het aantal eieren a: 0,25a
De vaste prijs voor het doosje: 0,80
Samen kom je tot de formule:
b = 0,25a + 0,80
Slide 5 - Slide
Nu is het aan jullie!
Slide 6 - Slide
Julie moet een emmer optillen. Ze wilt weten welke massa ze moet heffen. De emmer zelf weegt 350 gram. Daarnaast is de massa afhankelijk van de hoeveelheid water die erin zit, a. 1 liter water weegt 1000 gram.
Stel een formule op die de massa m van de emmer voorstelt in functie van het aantal liter water a die erin zit.
Slide 7 - Slide
Wat wordt er gevraagd?
Slide 8 - Open question
Van wat is de massa van de emmer afhankelijk?
Slide 9 - Open question
Is er nog een vast element waarmee we rekening moeten houden?
Slide 10 - Open question
Samengevat
Het gevraagde: massa m
De afhankelijke: het aantal liter water a ( = 1000a)
Vaste factor: de massa van de emmer (= 350)
Slide 11 - Slide
Wat is de formule om de massa te bepalen?
A
a = 350 + 1000m
B
m = 1000a + 350
C
m = 350a + 1000
D
a = m + 350
Slide 12 - Quiz
G8 Gelijkheden en vergelijkingen
Slide 13 - Slide
De drie symbolen
==> : als ... dan
<== : als ... dan
<==> : als en slechts als
Slide 14 - Slide
voorbeelden
Slide 15 - Slide
8 is een deler van a …………….4 is een deler van a
A
==>
B
<==
C
<==>
Slide 16 - Quiz
x is even getal …………….. x is een viervoud.
A
==>
B
<==
C
<==>
Slide 17 - Quiz
c ≤ 6 ………….. c < 8
A
==>
B
<==
C
<==>
Slide 18 - Quiz
d is een veelvoud van 2 ………….. d is een veelvoud van 4
A
==>
B
<==
C
<==>
Slide 19 - Quiz
a is een veelvoud van 25 en 4 ………….. a is een honderdvoud