14.5 Het autonome zenuwstelsel

14.5 Het autonome zenuwstelsel
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

14.5 Het autonome zenuwstelsel

Slide 1 - Slide

Doel 14.5
Je leert hoe je zenuwstelsel je lichaam beïnvloed

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Animaal zenuwstelsel
Ontvangt informatie van de zintuigen, verwerkt (bewustwording) en koppelt op de juist manier aan je spieren
.
Grote betrokkenheid van de cortex/ grote hersenen. 

(Bewuste) aansturing skeletspieren.

Slide 4 - Slide

Autonoom zenuwstelsel
Alle zaken die je zenuwstelsel regelt zonder dat je je hier bewust van bent: beïnvloeding van organen als darmen, hart, longen.

Grote betrokkenheid hypothalamus, hersenstam.

Aansturing gladde spieren.
 


Slide 5 - Slide

De spieren die je gebruikt bij het praten
A
Animaal
B
Autonoom

Slide 6 - Quiz

De spieren in de huid die je kippenvel bezorgen
A
Animaal
B
Autonoom

Slide 7 - Quiz

De spieren die je gebruikt om te lopen
A
Animaal
B
Autonoom

Slide 8 - Quiz

De spieren die voor een kniepeesreflex zorgen
A
Animaal
B
Autonoom

Slide 9 - Quiz

Je hartspier
A
Animaal
B
Autonoom

Slide 10 - Quiz

De spieren voor de peristaltische beweging van je darm
A
Animaal
B
Autonoom

Slide 11 - Quiz

Autonoom zenuwstelsel


Bestaat uit twee delen:

Orthosympatisch zenuwstelsel: 
actie
Parasympatisch zenuwstelsel: 
rust en herstel
 


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide


Organen gekoppeld via zwervende zenuw.
Parasympatisch zenuwstelsel

Slide 14 - Slide


Organen gekoppeld via de grensstrengen.
Orthosympatisch zenuwstelsel

Slide 15 - Slide

Dubbele innervatie
Organen zitten gekoppeld aan zowel het parasympatisch als het orthosympatisch zenuwstelsel.
--> dit heet: dubbele innervatie

Parasympatische zenuwcellen geven acethylcholine af, orthosympatische zenuwcellen geven noradrenaline af. 


Slide 16 - Slide

Bij een astma-aanval trekken spieren in de wand van de bronchiën samen.
Welke neuronen geleiden de impulsen die leiden tot deze samentrekking?
A
alleen motorische neuronen van het orthosympatisch
B
alleen motorische neuronen van het parasympatisch
C
sensorische en motorische neuronen van het orthosympatisch
D
sensorische en motorische neuronen van het parasympatisch

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Link

Doel en begrippen 14.5
Je hebt geleerd hoe je zenuwstelsel je lichaam beïnvloed

Slide 19 - Slide

Begrippen 14.5
centrale/ perifere zenuwstelsel, animale/ autonome zenuwstelsel, parasympatisch/ orthosympatisch zenuwstelsel, antagonistische werking, grensstrengen, zwervende zenuw, dubbele innervatie

Slide 20 - Slide

Opdracht
- Maak 14.5
- Maak H14 Examentraining

Slide 21 - Slide