This lesson contains 11 slides, with text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Chapitre 3 -
Fous de shopping
/
Slide 1 - Slide
Départ
Les devoirs
Vocabulaire bron A
une chanson
Faites bron B
Chap 3: Fous de shopping
Slide 2 - Slide
Les vêtements
1. Een overhemd = une chemise 8. een pet = casquette
2. Een broek = un pantalon 9. een rok = jupe
3. schoenen = des chaussures 10. een riem = une ceinture
4. Een jas = manteau
5. Een trui = pull
6. Een hoed = chapeau
7. een jurk = la robe
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
0
Slide 5 - Video
Herhalen
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Écouter
chap 3 ex. 12
Slide 8 - Slide
Écouter- les nombres
Kijk eens goed naar de cijfers van 60-100. Wat valt je op?
Luister nu naar 13d. Welke cijfers hoor je?
Je maakt nu: 11a,b, 12b,13c.
Klaar?
In twee-drietallen oefenen met spreken met exercice13 f. Gebruik de phrases-clés van bladzijde 108. een stelt een vraag, de ander geeft antwoord . gebruik de kledingstukken van ex. 13f. Je mag zelf een prijs bedenken.
Daarna hetzelfde met ex. 13h. Hierbij gebruik je alle phrases-clés van chapitre 1-3 (blz. 168-169). Tu as quel âge? Ton anniversaire est quand? etc. etc.