This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Spiegelen en klantvriendelijkheid
Hoofdstuk 2a - Ompakken
Slide 1 - Slide
Herhaling vorige lessen
- Traypacking en vakkenvullen
- Facings
- FIFO-systeem
Slide 2 - Slide
Wat is traypacking?
Slide 3 - Mind map
Zoek een plaatje op internet met 3 facings
Slide 4 - Open question
Waar moet je naar kijken als je wil kijken tot hoe lang iets houdbaar is?
A
Prijs
B
Schap
C
Streepjescode
D
Datum
Slide 5 - Quiz
1
2
3
4
22 januari 2022
15 februari 2022
7 december 2021
19 juni 2021
Slide 6 - Drag question
Spiegelen
Soms staat er te weinig om het vak aan te vullen. Of het vak ziet er heel leeg uit.
Dan moet je spiegelen:
Dit betekent de artikelen vooraan en naast elkaar zetten.
Slide 7 - Slide
Het schap met shampoos begint steeds leger te raken. Alleen achterin staan nog een aantal flacons. Mirjam zet deze vooraan zodat het lijkt of het schap weer vol is. Dit noem je?
A
Vakkenvullen
B
Bijvullen
C
Prijzen
D
Spiegelen
Slide 8 - Quiz
Waarom moet je spiegelen?
Slide 9 - Mind map
Waarom Spiegelen?
Het lijkt goed gevuld.
Het ziet er netjes uit en dat ziet een klant graag.
Voorkomt diefstal. Een dief pakt minder snel iets uit een schap als dat een duidelijk zichtbaar lege plek achterlaat.
Slide 10 - Slide
Welke presentatie is gespiegeld?
A
presentatie 1
B
presentatie 2
Slide 11 - Quiz
Bekijk het schap. Wat kan er beter aan deze presentatie? Noem 2 dingen.
Slide 12 - Open question
Waar moet je op letten?
- Zorg dat de producten goed vooraan staan
- Zorg dat de artikelen op de goede plek staan
- FIFO
Slide 13 - Slide
Klanten..
Je bent hard aan het werk, bezig met vakkenvullen en/of spiegelen.. En dan komen er klanten..
Wat moet je dan doen?
Slide 14 - Slide
Wat moet je doen?
Slide 15 - Open question
Klanten en werken..
- Een winkelende klant mag van jou geen last hebben.
- Zorg dat een klant altijd bij alle artikelen kan ook al ben jij in dit schap aan het werk.
Slide 16 - Slide
Klanten..
Houd je aan deze regels:
Verwijder karren en containers die je niet nodig hebt.
Ruim afval gelijk op.
Doe een stapje opzij als de klant iets wil pakken. (nu 1,5 meter)
Begroet de klant vriendelijk die langs je loopt.
Houd de klant in het oog, zodat je kunt helpen als het nodig is.
Slide 17 - Slide
De klant mag tijdens het opruimen en vakkenvullen zo min mogelijk last van je hebben. Hoe zorg je hiervoor?