Les 1 röntgen

Röntgen
13.1 Inleiding + 13.2 Röntgenstraling
Marlijn van Gent 
Boek: Tandheelkundige kennis voor de tandartsassistenten
1 / 38
next
Slide 1: Slide
TandheelkundeBeroepsopleiding

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Röntgen
13.1 Inleiding + 13.2 Röntgenstraling
Marlijn van Gent 
Boek: Tandheelkundige kennis voor de tandartsassistenten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

LessonUp regels 
Doe actief mee in de les voor aanwezigheid!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesprogramma
Les 1: 13.1+13.2 
Les 2: 13.3+13.4
Les 3: 13.5+13.6
Les 4: 13.7+13.8
Les 5: 13.9+13.10
Les 6: 13.11+13.12
Les 7: Herhaling 
Les 8: Toets röntgen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Inleiding
De röntgenfoto is een belangrijk diagnostisch hulpmiddel in de tandheelkunde. Met behulp van röntgenopnamen krijgt de tandarts zicht op het binnenste van de gebitselementen en kaken. Zo kan hij veranderingen of pathologische processen vroegtijdig onderkennen. Bij de beoordeling van een röntgenfoto moet er wel rekening mee worden gehouden dat de traditionele opname een schaduwbeeld in twee dimensies is van een driedimensionaal voorwerp. Dit houdt in dat röntgenopnamen een onvolledig beeld tonen. Tegenwoordig is het ook mogelijk met digitale technieken een driedimensionaal beeld vast te leggen. Deze techniek wordt alleen in ziekenhuizen toegepast.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat weten jullie al van
röntgenstraling?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Hoe is röntgenstraling ontstaan?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions


Tekst

Slide 8 - Slide

Eerste rontgenfoto van de hand van zijn vrouw 25 minuten
Eerste foto van heel lichaam 1.5 uur was nog niet duidelijk wat rontgen deed met de mens 
Negatieve ervaringen met röntgenstraling:




Ongevallen in kernreactoren, waaronder Tsjernobyl.​ 
​ 
7 gevolgen van een 30-jarige kernramp:​ 
Kernreactor nog steeds niet ontmanteld;​ 
Nog steeds radioactieve rendieren in Noorwegen;​ 
Fauna in Tsjernobyl floreert;​ 
Tot op vandaag nog opvallend veel schildklierkankers;​ 
Meer jongens dan meisjes geboren in Rusland;​ 
Ramptoerisme in de lift: Tsjernobyl, een toeristische attractie;​ 
De echte gevolgen zullen pas over tientallen jaren gekend zijn.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Map

This item has no instructions

Röntgenstraling
Röntgenstraling (X-straling) behoort evenals zichtbaar licht en radiogolven tot de elektromagnetische straling.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Röntgenstraling
Deze straling kan zich vanaf de bron waar ze opgewekt wordt door de ruimte voortplanten. Deze voortbeweging kan plaatsvinden in de vorm van golven. Een golf is een zich door de ruimte voortbewegende trilling met een vaste uitslag (amplitude) en een vaste golflengte.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Een golf met golflengte λ en amplitude A

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Golflengte 
  • De golflengte bepaalt om wat voor soort straling het gaat. 
  • De golflengte van röntgenstralen ligt tussen 1 picometer
    (10 −12 m) en 1 nanometer (10 −9 m). 
  • De golflengte van zichtbaar licht tussen 0,4 en 0,7 micrometer (1 µ = 10 −6 m).

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Het spectrum van elektromagnetische straling

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Eigenschappen van röntgenstraling
Röntgenstralen planten zich rechtlijnig voort met de snelheid van het licht. Wanneer we op een bepaalde afstand van de röntgenbron gaan staan, heeft röntgenstraling een bepaalde sterkte (intensiteit).
 Doordat de röntgenstralen vanaf de röntgenbron uitwaaieren (divergeren), wordt de straling op grotere afstand van de bron verdeeld over een groter oppervlak. De intensiteit van de straling wordt hierdoor minder.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Harde en zachte stralen
  • Stralen met een groot doordringend vermogen noemen we harde stralen.
  • Zachte stralen hebben daarentegen een klein doordringend vermogen en een relatief grote golflengte. 
  • Bij zachte straling wordt relatief veel straling geabsorbeerd door het lichaam. 
  • Geabsorbeerde straling die in het lichaam achterblijft kan schade aan de weefsels aanrichten. 
  • Harde straling wordt minder geabsorbeerd en is dus minder schadelijk voor het lichaam.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Eigenschappen van röntgenstraling
Zij gedragen zich als licht;​ 
Zij dringen door materie en worden daarbij verzwakt;​ 
Zij wekken strooistraling (secundaire straling) op;​ 
Zij maken daartoe geprepareerd materiaal lichtgevend;​ 
Zij zijn fotochemisch, dat wil zeggen zij maken een fotografische plaat zwart;​ 
Zij hebben een biologisch effect, dat wil zeggen zij beïnvloeden het weefsel.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vragen
  1. Waarom worden röntgenfoto’s gebruikt in de tandheelkunde?
  2. Wat is een nadeel van een traditionele röntgenfoto?
  3. Waar kunnen driedimensionale opnames gemaakt worden?
  4. Wat voor soort straling is röntgenstraling?
  5. Hoe plant röntgenstraling zich voort in de ruimte?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Waarom worden röntgenfoto’s gebruikt in de tandheelkunde?

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een nadeel van een traditionele röntgenfoto?

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Waar kunnen driedimensionale opnames gemaakt worden?

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Wat voor soort straling is röntgenstraling?

Slide 24 - Mind map

This item has no instructions

Hoe plant röntgenstraling zich voort in de ruimte?

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

Vragen
  1. Wat bepaalt met welke soort elektromagnetische straling we te maken hebben?
  2. Noem zeven soorten elektromagnetische straling.
  3. Noem zes eigenschappen van röntgenstraling.
  4. Waardoor wordt de intensiteit van röntgenstraling steeds kleiner als de afstand tot de stralingsbron toeneemt?
  5. Hoe snel beweegt röntgenstraling zich voort?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat bepaalt met welke soort elektromagnetische straling we te maken hebben?

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

Noem zeven soorten elektromagnetische straling.

Slide 28 - Mind map

This item has no instructions

Noem zes eigenschappen van röntgenstraling.

Slide 29 - Mind map

This item has no instructions

Waardoor wordt de intensiteit van röntgenstraling steeds kleiner als de afstand tot de stralingsbron
toeneemt?

Slide 30 - Mind map

This item has no instructions

Hoe snel beweegt röntgenstraling zich voort?

Slide 31 - Mind map

This item has no instructions

Vragen
  1. Wat verstaan we onder het doordringend vermogen van röntgenstraling?
  2. Wat noemen we harde straling en wat noemen we zachte straling? Noem twee nadelen van zachte straling.
  3. Wat betekent fluorescentie?

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Wat verstaan we onder het doordringend vermogen van röntgenstraling?

Slide 33 - Mind map

This item has no instructions

Wat noemen we harde straling en wat noemen we zachte straling? Noem twee nadelen van zachte straling.

Slide 34 - Mind map

This item has no instructions

Wat betekent fluorescentie?

Slide 35 - Mind map

This item has no instructions


Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Hoe vonden jullie deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

This item has no instructions

Tot volgende week

Slide 38 - Slide

This item has no instructions