H3.3 gezag en 3.4 samenwerking en conflict

H3.3 & 3.4
H3.3 gezag
H3.4 samenwerking en conflict
1 / 25
next
Slide 1: Slide
MAWMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

H3.3 & 3.4
H3.3 gezag
H3.4 samenwerking en conflict

Slide 1 - Slide

De lesdoelen van deze week
- Je snapt het kernconcept gezag en de gevolgen voor het uitoefenen van macht.
- Je weet de 3 voorwaarden voor het slagen van een effectieve samenwerking
- Je weet het verschil tussen de visie op conflict van Marx en Huntington
- Je herkent een manifest conflict en het verschil met een latent conflict

Slide 2 - Slide

H3.3 Gezag
Gezag is macht die als legitiem beschouwt wordt.

Slide 3 - Slide

Gezag is macht die als legitiem beschouwt wordt. Wat betekent dit?

Slide 4 - Mind map

5

Slide 5 - Video

H3.4 Twee conflictbenaderingen: Verschil in de oorzaak van het conflict!


Conflictbenadering van Marx: Oorzaak van conflicten in de samenleving komen voort uit  sociale ongelijkheid ( tussen de bezittende klasse ( rijken)  en de beziteloze klasse ( armen).)

Conflictbenadering van Huntington: Oorzaak van conflicten in de samenleving komen voort uit  sociale en culturele verschillen tussen groepen mensen in de samenleving bv autochtonen en allochtonen ivm andere cultuur

Slide 6 - Slide

01:17
Pas het kernconcept gezag toe op de demonstraties en speeches van Navalny en zijn aanhangers tegen het regiem van Poetin.

Slide 7 - Open question

01:41
Welke machtsbronnen had Navalny?

Slide 8 - Open question

02:04
Pas het kernconcept macht toe op de macht van de Russische president Poetin

Slide 9 - Open question

02:36
Is hier sprake van een manifest conflict of een latent conflict? ( blz 61)
A

Slide 10 - Quiz

02:48
Welke type conflictbenadering is er tussen de aanhangers van Navalny en Poetin? ( blz 60)
A
Conflictbenadering Marx
B
conflictbenadering Huntington

Slide 11 - Quiz

Kernconcept Samenwerking:

Het proces waarbij                        relaties vormen om                                              af te stemmen voor een 
hun handelen op elkaar 
gemeenschappelijk doel
individuen, groepen en of staten

Slide 12 - Drag question

H3.4 Samenwerking en conflict
Lesdoelen:
- toepassen kernconcept samenwerking
- 3 voorwaarden samenwerking
- soorten conflicten: manifest en latent
- 2 conflictbenaderingen: Marx en Huntington

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Voor een effectieve samenwerking zijn er 3 voorwaarden (blz 59). compromisbereidheid, onderling vertrouwen en wederzijdse acceptatie. Leg uit hoe je dit terug ziet in de samenwerking tussen Trump en Zelensky.

Slide 15 - Open question

KERNCONCEPT Conflict (1)
Een situatie waarin                     , groepen en/of staten elkaar                           om de eigen               te                 .
individuen
tegenwerken
bereiken
doelen

Slide 16 - Drag question

H3.4 Twee conflictbenaderingen: Verschil in de oorzaak van het conflict!


Conflictbenadering van Marx: Oorzaak van conflicten in de samenleving komen voort uit  sociale ongelijkheid ( tussen de bezittende klasse ( rijken)  en de beziteloze klasse ( armen).)

Conflictbenadering van Huntington: Oorzaak van conflicten in de samenleving komen voort uit  sociale en culturele verschillen tussen groepen mensen in de samenleving bv autochtonen en allochtonen ivm andere cultuur

Slide 17 - Slide

7

Slide 18 - Video

00:45
Wat heeft dit voorbeeld van extinction rebellion te maken met gezag?

Slide 19 - Open question

02:20
Hoe zie je het KC samenwerking terug bij de groep extinction rebellion. Benoem de elementen: handelen op elkaar afstemmen ( op welke manier) en gemeenschappelijk doel ( welk doel willen ze bereiken?)

Slide 20 - Open question

03:37
Gaat om wat voor soort conflict gaat het hier? (pg 61)
A
manifest
B
latent

Slide 21 - Quiz

06:40
Welk conflictbenadering is toepasbaar op de demonstratie van extinction rebellion? blz 60
A
Marx
B
Huntington

Slide 22 - Quiz

08:00
Welke machtsbronnen heeft extinction rebellion H3.2.? Leg uit

Slide 23 - Open question

10:28
welke hulpbronnen uit het kc macht heeft de politie bij dit voorbeeld?

Slide 24 - Mind map

10:28
Maken PO

Slide 25 - Slide