Cours du 4 mars

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 1

Parler et grammaire

Cours du 4 mars

Le dernier cours

⚪️ E, Regarder

⚪️ Je rooster in het Frans maken

⚪️ F, Lire

⚪️ Blooket (?)

Les devoirs

☆ Paragraaf A t/m F af

☆ De woordjes van A, B, E en F leren

☆ De zinnen van G leren (page 130)

☆ De grammaire van H alvast doorlezen (page 131)

Ce cours (deze les)

⭐️ Le dernier cours

⭐️ Le check in: oefening être

⭐️ Mededelingen

⭐️ G, Phrases-clés et parler

⭐️ Uitleg H, Grammaire

⭐️ Billet de sortie

⭐️ Les devoirs

Wat je aan het einde van de les kunt, weet en hebt gedaan

👉🏼 Je leert woorden die met school te maken hebben in paragraaf F.

👉🏼 Je gaat oefenen met phrases-clés. Aan het eind van paragraaf G kun je over schoolvakken vertellen.

Klascode klas i1.fa2: 07907

Klascode klas i1.fa3: 63347

Klascode klas i1.fa1: 84262

être

=

 zijn

il/elle/on est

nous sommes

vous êtes

ils/elles sont

tu es

je suis

wij zijn

zij zijn (ml&vr)

ik ben

u bent & jullie zijn

jij bent

hij/zij/men is (wij zijn)

Mededelingen

⚪️ Dinsdag 18 maart is de hoofdstuktoets van chapitre 3 (over precies drieweken dus)

⚪️ Periode 4 start op 31 maart

Pak je (online) werkboek erbij en ga naar G, Phrases-clés et parler op page 122. Lees opdracht 27a alvast door.

Ik zeg zin voor zin hardop en jullie zeggen ze zin voor zin na.

Nu schrijf ik het begin van een zin op het bord. Als ik je de beurt geef is het de bedoeling dat jij de zin mondeling afmaakt. Dit kun je doen met de woordjes uit de woordenlijsten (pages 128 et 129).

Hoe kun je hier op antwoorden?
''Qui est ton prof de français?''

Wat betekent dit?
''Quelle est ta matière préférée?''

Ga nu met degene naast je de zinnen oefenen. Wissel ook eens van rol. De schuingedrukte woorden kun je vervangen door andere woorden die je kunt vinden in de woordenlijsten.

Voorbeeld: ''Tu aimes les maths?'' of ''Tu aimes le dessin?''

In plaats van ''Tu aimes la géographie?''

H, Grammaire et écrire

	Mnl.ev.	Vrl.ev.	Mv.
Mijn
Jouw
Zijn/haar

Bezittelijk voornaamwoord

Ma

Mon

Mes

Ton

Ta

Tes

Son

Sa

Ses

De bezittelijke voornaamwoorden: meervoud
Maak de juiste combinaties.

ONS/ONZE

JULLIE / UW

HUN

    nos

  votre

   leur

   notre

      vos

    leurs

Billet de sortie
Wanneer gebruik je ma
en wanneer gebruik je mon?

Les devoirs

☆ Paragraaf A t/m H af

☆ De woordjes van A, B, E en F leren

☆ De zinnen van C en G leren (page 130)

☆ Het werkwoord être uit je hoofd leren (page 131)

Extra hulp nodig of vragen? Stuur mij een berichtje op Teams. Je mag ook altijd langskomen bij het plusuur van Frans. Die is elke donderdag van 14:35 tot 15:20 in Storia.

Le prochain cours

✎ Herhaling van alle stof van chapitre 3

frans.nl

Over het Franse basisonderwijs.

J'ai une question

Je ne comprends pas.

C'est quand le contrôle?

On a des devoirs?

Vous avez les notes?

On travaille en silence.

Heeft u de cijfers?

Ik begrijp het niet

Hebben we huiswerk?

Ik heb een vraag.

We werken in stilte.

Wanneer is de toets?

Qu'est-ce qu'on va faire ?

Les jours de la semaine

woensdag

donderdag

vrijdag

zaterdag

dinsdag

maandag

zondag

mardi

vendredi

mercredi

lundi

samedi

jeudi

dimanche