What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Word order
Wordorder / Woordvolgorde
wie / doet / wat / waar/ wanneer
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
13 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
10 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wordorder / Woordvolgorde
wie / doet / wat / waar/ wanneer
Slide 1 - Slide
Uitleg
wie = persoon / onderwerp
doet = werkwoord
wat = wat ze doen
waar = plaats
wanneer = tijd
Slide 2 - Slide
Voorbeeld
Henk buys an icecream in Oldenzaal now
wie = Henk
doet = buys
wat = an icecream
waar = in Oldenzaal
wanneer = now
Slide 3 - Slide
Bijwoorden van frequentie
Bijwoorden van frequentie = hoe vaak iets gebeurt
Even opfrissen
Ezelsbruggetje is het Twentse benoa
Regel; dit bijwoord komt
voor
het werkwoord
MAAR
Is het werkwoord am/are/is/was/were dan komt het
erna
Slide 4 - Slide
Voorbeeld
Het bijwoord "always"
In deze zin komt het
ervoor
I
always want
to go home (want is geen am/are/is/was/were)
He
is always
late for school (het werkwoord 'is' staat erin dus het komt bijwoord komt erachter)
Slide 5 - Slide
Vragende zinnen
Je weet de volgorde van bevestigende zinnen, nu de vragende zin
doet / wie / wat / waar wanneer
Je begint dus met een hulpwerkwoord
Hulpwerkwoorden zijn am/are/is/was/were/do/does/did/can/could
Slide 6 - Slide
Vragende zinnen
Soms begint een vragende zin niet met een hulpwerkwoord maar met een vragend voornaamwoord
how / when/ where/which / what / why
Slide 7 - Slide
Voorbeeld
Do they like chocolate?
Do = hulpwerkwoord
they = wie
like = werkwoord
chocolate = wat
Slide 8 - Slide
Ontkennende zinnen
Je weet nu hoe de volgorde van de bevestigende en vragende zin in elkaar zit. Tot slot de
ontkennende
zin.
Om een zin ontkennend te maken zet je de ontkenning voor het werkwoord
Slide 9 - Slide
Voorbeeld
Je kunt dit doen door het hww ontkennend te maken
We
are
going to school
We
aren't
going to school
of door zelf een hww voor het werkwoord te zetten
I like to go to an amusement park
I
don't
like to go to an amusement park
Slide 10 - Slide
Tot slot
Als je de zin in de juiste volgorde moet zetten:
1) kijk of het een bevestigende of vragende zin is
Is het een bevestigende zin dan begin je met de basis:
wie / doet / wat / waar /wanneer
daarna vul je bijvwoorden / bezittelijke vnw etc pas in
Slide 11 - Slide
Is het een vragende zin
Begin met de basis:
hww of vr.vnw / wie / wat waar wanneer
En ook dan vul je weer de overige woorden als bezittelijke vnw en bijwoorden in
Slide 12 - Slide
Oefenen
https://engelsklaslokaal.nl/oefenen-met-grammatica/overig/wordorder/
http://www.languageguide-online.com/word-order-english---exercises.html
Slide 13 - Slide
More lessons like this
Present Simple Q & N
June 2022
- Lesson with
38 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
wordorder
June 2019
- Lesson with
11 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
wordorder
July 2024
- Lesson with
11 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
GT4 SS Theme 1 grammar 2 en 3
September 2022
- Lesson with
23 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3,4
wordorder
July 2024
- Lesson with
11 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
GT4 SS Theme 1 grammar 2 en 3
September 2022
- Lesson with
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3,4
wordorder
May 2022
- Lesson with
13 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2,3
GT4 SS Theme 1 grammar 2 en 3
November 2022
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3,4