Het debat over de onderwijsbegroting van 2024 wordt beheerst door de geplande bezuinigingen van 2 miljard euro, die coalitiepartijen als onontkoombaar zien. Deze maatregelen raken onder meer het voortgezet onderwijs, mbo en hoger onderwijs. Hoewel de coalitie in de Tweede Kamer een meerderheid heeft, ontbreekt die in de Eerste Kamer, waar ze met 30 zetels acht te kort komen. Dit dwingt het kabinet om compromissen te zoeken.
Een alliantie van D66, CDA, ChristenUnie, JA21 en SGP stelde voor om 1,3 miljard aan bezuinigingen terug te draaien. De dekking zou komen uit hervormingen in de zorg, zoals het verplicht in loondienst treden van medisch specialisten, en een kleinere verlaging van het eigen risico. Linkse partijen, waaronder GroenLinks-PvdA, SP en Volt, pleiten voor het volledig schrappen van de bezuinigingen via belastingmaatregelen en het beperken van fossiele subsidies.
De oppositie waarschuwt dat de begroting zonder concessies zal stranden in de Eerste Kamer. Als dat gebeurt, blijft de begroting van vorig jaar geldig, inclusief de middelen die nu worden geschrapt. Minister Bruins blijft echter vasthouden aan de bezuinigingen, ondanks de brede maatschappelijke protesten en kritiek van docenten, studenten en bedrijfsleven. Hij erkent wel dat alternatieve maatregelen nodig zijn voor de langstudeerboete, waarvan de invoering is uitgesteld.
De coalitiepartijen hopen dat de minister een oplossing vindt, maar de tijd dringt: op 5 december stemt de Eerste Kamer. Voorlopig blijft de toekomst van de onderwijsbegroting onzeker. ( bron: aob.nl november 2024)