Internationaal transport

1 / 18
next
Slide 1: Slide
Internationale HandelMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je benoemt de verschillende manieren van internationaal transport.
  • Je legt uit wat transportmodaliteit is. 
  • Je geeft in bepaalde situaties aan welke manier van vervoeren het voordeligst, snelst en makkelijkst is. 
  • Je benoemt welke documenten gebruikt worden bij bepaalde transportmodaliteiten.  

Slide 2 - Slide

Maar eerst
Toets bespreken...

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wegvervoer

Slide 7 - Slide

Spoorvervoer

Slide 8 - Slide

Vervoer over water

Slide 9 - Slide

Vervoer over water
Vervoer over water

Slide 10 - Slide

Het luchttransport

Slide 11 - Slide

Luchttransport

Slide 12 - Slide

Tussenpersonen bij transport

Slide 13 - Slide

Transportdocumenten

Slide 14 - Slide

1. Een bandenproducent moet een set autobanden naar een autoshow in Turkije transporteren. De producent vervoert de banden met een eigen bestelbus naar de luchtvrachtexpediteur.
Welke vrachtbrief is er nodig voor het transport naar Turkije?

A
airwaybill
B
airwaybill en AVC-vrachtbrief
C
airwaybill en CMR-vrachtbrief

Slide 15 - Quiz

2. Er moet 10.000 kg bananen van Costa Rica naar Nederland worden vervoerd.
Welke transportmodaliteit is geschikt?
A
vervoer over de weg
B
vervoer over water
C
vervoer door de lucht

Slide 16 - Quiz

3. Er moeten 500 dozen met flessen olijfolie van Italië naar Nederland worden vervoerd. Welke transportmodaliteit is geschikt?
A
vervoer over de weg
B
vervoer via een pijpleiding
C
vervoer via het spoor
D
per schip

Slide 17 - Quiz

9. Wat is eigen vervoer?
A
vervoer van goederen van verschillende verzenders naar afnemers met eigen vrachtwagens
B
vervoer van eigen goederen naar afnemers met eigen vrachtwagens
C
vervoer van eigen goederen met eigen vrachtwagens voor eigen rekening

Slide 18 - Quiz