This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 10 min
Items in this lesson
Inbeslagneming van voorwerpen
Pleun, Mara, Pam & Jasper
Slide 1 - Slide
Aan wie moet in principe een inbeslaggenomen voorwerp worden teruggegeven als het niet meer voor het onderzoek nodig is?
A
De bezitter.
B
Degene die kan aantonen dat hij rechthebbend is.
C
Degene bij wie het in beslag genomen is.
Slide 2 - Quiz
Een opsporingsambtenaar constateert op heterdaad een strafbaar feit. Hij is bevoegd dit feit op te sporen en houdt de verdachte staande. Is deze opsporingsambtenaar bevoegd voorwerpen die deze verdachte met zich voert in beslag te nemen?
A
Nee, want er is geen sprake van een aangehouden verdachte.
B
Ja, omdat er sprake is van een heterdaadsituatie is hij bevoegd alle voorwerpen die de verdachte met zich voert in beslag te nemen.
C
Ja, maar alleen als ze vatbaar zijn voor inbeslagneming.
Slide 3 - Quiz
Een algemeen opsporingsambtenaar heeft een zakkenroller op heterdaad betrapt bij het stelen van een portemonnee. De zakkenroller vlucht met de portemonnee een kantoor binnen. Mag de opsporingsambtenaar het kantoor betreden om de portemonnee in beslag te nemen?
A
Ja, maar dan moet de opsporingsambtenaar tevens hulpofficier van justitie zijn.
B
Ja, hij mag elke plaats betreden om de portemonnee in beslag te nemen.
C
Nee, hij moet eerst toestemming vragen aan de eigenaar van het kantoor.
Slide 4 - Quiz
Wat wordt bedoeld met het begrip ‘inbeslagneming’?
A
Het onder zich nemen van een voorwerp ten behoeve van de strafvordering.
B
Het onder zich nemen of gaan houden van een voorwerp ten behoeve van de strafvordering.
C
Het onder zich gaan houden van een voorwerp ten behoeve van de strafvordering.
Slide 5 - Quiz
Een verdachte heeft een voor inbeslagneming vatbaar voorwerp in zijn hand. Is een buitengewoon opsporingsambtenaar volgens de bepalingen van het Wetboek van Strafvordering bevoegd het voorwerp in beslag te nemen?
A
Ja, maar er moeten wel ernstige bezwaren tegen de verdachte bestaan.
B
Ja, als hij bevoegd is het betreffende feit op te sporen en hij de verdachte voor dat feit aan- of staande houdt.
C
Nee, deze bevoegdheid bestaat alleen als de verdachte wordt aangehouden.
Slide 6 - Quiz
www.ad.nl
Slide 7 - Link
De opsporingsambtenaar die de verdachte aanhoudt of staande houdt, is op grond van artikel 95 WvSv bevoegd .........
A
De verdachte aan de kleding te onderzoeken, mits er ernstige bezwaren tegen hem bestaan.
B
De voor inbeslagneming vatbare voorwerpen, die de verdachte met zich voert in beslag te nemen.
C
De verdachte over te brengen naar een plaats van verhoor teneinde de verdachte te geleiden voor een hulpofficier van justitie.
Slide 8 - Quiz
Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan voordat een opsporingsambtenaar een voorwerp in beslag mag nemen?
A
Het voorwerp moet vatbaar zijn voor inbeslagneming, de opsporingsambtenaar moet bevoegd zijn en er moeten ernstige bezwaren aanwezig zijn.
B
Het voorwerp moet niet vatbaar zijn voor inbeslagneming en de opsporingsambtenaar moet bevoegd zijn en er moet altijd vooraf een bewijs van ontvangst worden uitgereikt.
C
Het voorwerp moet vatbaar zijn voor inbeslagneming en de opsporingsambtenaar moet bevoegd zijn en er moet altijd vooraf een bewijs van ontvangst worden uitgereikt.
D
Het voorwerp moet vatbaar zijn voor inbeslagneming en de opsporingsambtenaar moet bevoegd zijn.