This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
5.4 Politiek en samenleving
Slide 1 - Slide
Doelen van deze les
Aan het einde van deze les weet je...
hoe en waardoor de positie van vrouwen veranderde
welke denkrichtingen zich keerden tegen de invloed van de verlichting
hoe confessionelen opkwamen voor hun belangen
Slide 2 - Slide
Planning van deze week
Uitleg 5.4 Politiek en samenleving
Herhalen 5.3
Slide 3 - Slide
Wat is feminisme?
Slide 4 - Mind map
De positie van vrouwen
Vrouwen uitgesloten van politiek en hoge posities.
Werden door de wet als kinderen behandeld.
Mochten geen geld hebben en rechtszaken beginnen.
Slide 5 - Slide
Achterstelling 19e eeuw
Lage sociale klasse:
Zwaar werk uit noodzaak.
Zorgen voor man en gemiddeld vijf kinderen.
Hoge sociale klasse:
Verplicht thuiszitten.
Meisjes voorbereid op dienen van de man in het huwelijk
Achterstelling = discriminatie
Veel voordelen: 'Vrouwen zijn niet verstandig'
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Eerste feministen
(1870-1919)
Eisen emancipatie (gelijkstelling).
Vooral door vrouwen van hogere klasse.
Wilden net als de mannen kiesrecht hebben.
Slide 8 - Slide
Effect 1e feministische golf
Vanaf 1901 kregen moeder wettelijk medezeggenschap over hun kind.
Opkomst anticonceptie (geboortebeperking).
Algemeen Vrouwenkiesrecht vanaf 1919.
Belangrijkste persoon: Aletta Jacobs
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Stelling: Het doel van het feminisme is in 2022 bereikt.
Helemaal mee eens
Beetje mee eens
Beetje mee oneens
Helemaal mee oneens
Slide 11 - Poll
Tegen de invloed van de verlichting
Tegenstanders van liberalen en socialisten= conservatieven ( Wilden bestaande toestanden behouden en verzetten zich tegen meer vrijheid, gelijkheid en democratie).
Grootste groep conservatieve= confessionelen (christenen in de politiek).
Protestants confessionalisme o.l.v. Abraham Kuyper.
Katholiek confessionalisme
Slide 12 - Slide
Confessionalisme
Tegen algemeen kiesrecht.
Tegen openbare scholen (belangrijkste punt).
Tegen gelijkstelling vrouwen.
Mensen moesten de Bijbel gehoorzamen.
Slide 13 - Slide
Deze sleepvraag gaat over de achterstelling van vrouwen in de 19e eeuw
Lage sociale
Klasse
Hoge sociale
Klasse
Veel thuiszitten
Zware arbeid
Veel werk in huis
Opgeleid tot 'goede' partner
Slide 14 - Drag question
Wat wilden de voorstanders van de eerste feministische golf bereiken?
Slide 15 - Open question
Wanneer kreeg de Nederlandse vrouw algemeen kiesrecht?
Slide 16 - Poll
Conservatief
Progressief
Aletta Jacobs
Abraham
Kuyper
Algemeen kiesrecht
Confes-sionelen
Socialisten
Liberalen
Gelijkstelling bijzonder onderwijs
Protestan-ten
Slide 17 - Drag question
Deze sleepvraag gaat over de Pacificatie van 1917.
Confes-sionelen
Lib. en Soc.
Algemeen kiesrecht
Financiële gelijkstelling scholen
Slide 18 - Drag question
Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde.
A Begin van de industrialisatie buiten Groot-Brittannië. B Er komt een einde aan de schoolstrijd. C Thorbecke schrijft een nieuwe grondwet. D Nederlandse vrouwen krijgen kiesrecht.
A
C-A-B-D
B
A-C-B-D
C
A-C-D-B
D
C-A-D-B
Slide 19 - Quiz
De schoolstrijd staat voor...
A
De strijd tussen ouders en leerkrachten over goed onderwijs.
B
De strijd tussen de confessionelen en de openbaren over goed onderwijs.
C
De strijd tussen de confessionelen en de openbaren over de betaling van de schoolkosten.
D
De strijd tussen de confessionelen en de openbaren om een eigen school te kunnen starten.
Slide 20 - Quiz
Hoe is de schoolstrijd geëindigd?
A
Geen bijzonder onderwijs
B
Geen subsidie voor bijzonder onderwijs
C
Uitsluitend bijzonder onderwijs
D
Subsidie voor bijzonder én openbaar onderwijs
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Video
Samenvatting
Vrouwen hadden in de 19e eeuw een achtergestelde positie. Vanaf 1870 voerden feministen met succes actie voor een meer gelijke behandeling van vrouwen ten opzichte van mannen.
Conservatieven waren tegen veranderingen en confessionelen baseerden zich op het christelijke geloof. Ze keerden zich tegen de invloed van de verlichting en waren de politieke tegenstanders van het liberalisme en het socialisme.
Protestanten en katholieken wilden dat de overheid niet alleen het openbaar onderwijs betaalde, maar ook het bijzonder onderwijs. In 1901 behaalden confessionelen een meerderheid in de Tweede Kamer. Vanaf 1917 betaalde de overheid ook de bijzondere scholen.