This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 4 Elektriciteit
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
stroombron
Elektriciteit komt van een stroombron af.
Dit kan zijn van een stopcontact of bijvoorbeeld van een batterij.
Slide 3 - Slide
spanning
De spanning zegt iets over de hoeveelheid spanning er van de positieve kant naar de negatieve kant loopt. Dit is dus de hoeveelheid die meegegeven wordt.
Hoe groter de spanning hoe gevaarlijker het is.
Grootheid : spanning
eenheid: Volt
symbool eenheid : V
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Batterij in serie
Als je batterijen in serie schakelt (achter elkaar)
moet je de spanning bij elkaar optellen.
Deze batterijen hebben allebei een spanning van 1,5 volt
dus de totale spanning is
1,5+1,5 = 3 volt
Slide 6 - Slide
platte batterij
3 batterijen in serie
totale spanning:
1,5+1,5+1,5=4,5 volt
Slide 7 - Slide
oplaadbare batterij
in een oplaadbare batterij zit minder spanning namelijk 1,2 volt
Dit is de 0,3 volt lager dan een "normale" batterij
Slide 8 - Slide
stopcontact
In huis heb je stopcontacten deze leveren een spanning van 230 Volt
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
stroomsterkte
Stroom loopt van plus naar min binnen een gesloten stroomkring.
De stroomsterkte geeft aan hoeveel stroom er in 1 seconde door de stroomkring heen loopt.
grootheid: stroom
eenheid: ampere
symbool eenheid: A
Slide 11 - Slide
omrekenen
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
schakeling
Slide 14 - Slide
stroomkring serie
Een stroomkring die achterelkaar loopt noem je een serie schakeling.
(het volgt elkaar op)
Slide 15 - Slide
parallel
Een stroomkring waar aftakkingen inzit (meerdere routes) noem je een parallel schakeling
(meerde routes)
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Dit is een serieschakeling
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quiz
het lampje en schakelaar staan in serie
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quiz
Dit is een serieschakeling
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
een serie schakeling bestaat uit meerdere stroomkringen