H9.4 Gelijke hoeken

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 3

    Welkom

💼 Pak je boek, schrift en schrijfspullen.

📖 Leg bladzijde 88 (H9.4) voor je open.

🔲 Laat je ipad maar even in je tas.

DEZE LES:

§9.4 Gelijke hoeken

oefenen 

uitleg 

  lesprogramma

nakijken 

H9.3 opd. 17, 18, 19, 21, 23

Hoeken som, F- Z-hoeken, overstaande hoeken.

Vraag 25 maken we samen

aan de slag 

Zelfstandig 5 minuten, daarna zachtjes overleg

huiswerk

voorkennis 

Eigenschappen van vierhoeken

Afmaken H9.4

Wat leer je deze les?

Ik herken F- en Z-hoeken

Ik herken overstaande hoeken.

        leerdoelen

        Voorkennis

Evenwijdige lijnen

Evenwijdige lijnen zijn lijnen die parallel aan elkaar liggen.

De lijnen gaan niet naar elkaar toe, en niet van elkaar af.

Net als bij de spoorlijn, liggen de lijnen overal even ver van elkaar af.

Je herkent de lijnen aan het tekentje > 

            Stelling van Pythagoras

Stelling van Pythagoras:

In een rechthoekige driehoek geldt:

Weet je twee zijde, dan kun je de derde zijde berekenen 

met de stelling van Pythagoras

Uitwerking:

F- en Z-hoeken

uitleg 

Herken je in een figuur evenwijdige lijnen,

Dan kan je opzoek gaan naar zogenaamde F- en Z- hoeken.

De hoeken onder de  'oksels' van de F of Z zijn even groot.

            Stelling van Pythagoras

Stelling van Pythagoras:

In een rechthoekige driehoek geldt:

Weet je twee zijde, dan kun je de derde zijde berekenen 

met de stelling van Pythagoras

Uitwerking:

Overstaande hoeken

uitleg 

Overstaande hoeken zijn hoeken die in elkaars verlengde liggen.

Bekijk de afbeelding rechts maar eens.

Welke hoek is even groot als hoek          ?

∠A​3​​

0

            Stelling van Pythagoras

Stelling van Pythagoras:

In een rechthoekige driehoek geldt:

Weet je twee zijde, dan kun je de derde zijde berekenen 

met de stelling van Pythagoras

Uitwerking:

Overstaande hoeken

uitleg 

Hieronder zie je het snijpunt van 3 lijnen

Bereken alle hoeken die je nog niet weet.

Schrijf je berekeningen op

Huiswerk 

Huiswerk:

Mk: 21 t/m 24 + 25 & 26

blz. 86/88

Werk fluisterend binnen je tafelrij

Let op dat je telkens de kortste afstand in de tabellen zet

        Voorkennis

Hoeken berekenen

In een driehoek geldt:

De som van de hoeken is samen 

180°

∠A+∠B+∠C=180°

In een vierhoek geldt:

De som van de hoeken is samen 

360°

∠P+∠Q+∠R+∠S=360°

Zelfstandig 

aan de slag 

Mk: §9.4 

Blz. 88 - 90

Werk 5 minuten zelfstandig.

Daarna mag je zachtjes overleggen