4.5_Bruggen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Deze les

Uitwerkingen §4.4 Stabiele constructies

§4.5 Bruggen

Uitwerkingen opgaven §4.4

Vragen n.a.v. de uitwerkingen?

Neem dan contact op met je docent!

§4.5 Bruggen

Touwtrekken

Bij touwtrekken werken er krachten op het touw, de krachten werken dus allemaal langs dezelfde werklijn (het touw).

Voor krachten langs dezelfde werklijn geldt:
Nettokracht (Fnetto)  = optellen van de krachten
in dezelfde richting en hier de krachten in tegengestelde richting van aftrekken

Touwtrekwedstrijd

Beide smurfen trekken aan het touw, maar ze trekken niet even hard.

Er is een nettokracht (Fnetto) in de richting van de sterkste smurf.

Hoe groot is de nettokracht en in welke richting wijst deze?

Wat is Fnetto en in welke richting?

F3=500N

Wat is de nettokracht in en welke richting wijst deze?

Bruggen

Van touw kun je ook bruggen maken, deze buigen altijd door als je er op staat. Er ontstaan druk- en trekkrachten op de brug en het brugdek moet hiertegen bestand zijn.

Deze krachten ontstaan ook op

houten, stalen of betonnen bruggen.

Trek- en drukkrachten op een brug

Tuibruggen

Brug die hangt aan stalen kabels (=tuidraden). Deze tuidraden dragen het gewicht van de brug, zodat de pijlers verder uit elkaar kunnen staan. De pijlers moeten wel stevig staan.

Kop-staartmethode

Er komt dus een behoorlijke kracht op de pijlers van een tuibrug te staan.

De werklijn van deze krachten is niet gelijk, dus kun je de nettokracht niet vinden door optellen/aftrekken.

De nettokracht kun je bepalen met de kop-staartmethode.

Stap 1:

Teken de afzonderlijke krachten op schaal.

Bedenk hiervoor een passende krachtenschaal.

Stap 2:

Verschuif één kracht tot zijn staart (=aangrijpingspunt) aansluit op de kop (=pijlpunt) van de andere kracht.

Stap 3:

Teken de nettokracht, deze loopt van het aangrijpingspunt van de eerste kracht tot de pijlpunt van de tweede kracht.

Met de krachtenschaal

 wordt cm omgerekend naar N.

Wat is de nettokracht?

2 cm

3 cm

Stuur hier een uitgewerkt antwoord (op papier) in van de vorige vraag

Huiswerk

Maken: 54, 56, 57, 59

-> Voor de mensen die natuurkunde kiezen: 62

-> Voor de mensen die geen natuurkunde kiezen: 53

Leren: §4.5