7.3 Nederland en de EU

Paragraaf 7.3
Nederland en de EU
1 / 36
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Paragraaf 7.3
Nederland en de EU

Slide 1 - Slide

Herhaling paragraaf 7.2

Slide 2 - Slide

Wat is het doel van protectiemaatregelen?
A
beschermen van de burgers
B
beschermen van de overheid
C
beschermen van het buitenland
D
beschermen van het bedrijfsleven

Slide 3 - Quiz

Noem drie protectiemaatregelen.

Slide 4 - Open question

Invoerrechten zijn ...
A
een belasting.
B
een subsidie.

Slide 5 - Quiz

Contigentering betekent ...
A
beperking van de export van een product tot een bepaalde hoeveelheid.
B
vergroting van de import van een product tot een bepaalde hoeveelheid.
C
beperking van de import van een product tot een bepaalde hoeveelheid.

Slide 6 - Quiz

wat is GEEN voorbeeld van protectie?
A
contingentering
B
uitvoerrechten
C
exportsubsidie
D
invoerrechten

Slide 7 - Quiz

Als er een maximaal aantal producten mag worden ingevoerd, dan is er sprake van ...
A
invoerrechten
B
contingentering
C
exportsubsidie
D
invoerverbod

Slide 8 - Quiz

Als de overheid extra geld geeft aan exporterende bedrijven, dan is er sprake van ...
A
invoerrechten
B
contingentering
C
exportsubsidie
D
invoerverbod

Slide 9 - Quiz

Betaal je invoerrechten als je kleding bij een bedrijf in Italië koopt?
A
Je betaalt wel invoerrechten
B
Je betaalt geen invoerrechten

Slide 10 - Quiz

Wat hoort bij vrijhandel?
A
Contingentering
B
Exportsubsidie
C
Importheffing
D
Geen belemmeringen

Slide 11 - Quiz

Binnen de Europese Unie (EU) is er vrijhandel.
Kies welke invloed vrijhandel heeft op de concurrentie binnen de EU.
A
De concurrentie verandert niet door vrijhandel.
B
Er ontstaat meer concurrentie door vrijhandel.
C
Er ontstaat minder concurrentie door vrijhandel.

Slide 12 - Quiz

Waar staan de letters WTO voor in het Nederlands
A
Wereldorganisatie
B
Wereldhandel
C
Wereldsamenwerkings- organisatie
D
Wereldhandels- organisatie

Slide 13 - Quiz

Vragen over paragraaf 7.2?

Slide 14 - Slide

Paragraaf 7.3 Nederland en de EU

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Europese Unie: Interne markt

Slide 17 - Slide

Interne markt
  • Lidstaten horen bij de EU.
  • Economische samenwerking 

  • Vrij verkeer van goederen en diensten 
  • Vrij verkeer van personen
  • Vrij verkeer van kapitaal

INTERNE MARKT

Slide 18 - Slide

kenmerken interne markt
Binnen de EU is er:






Slide 19 - Slide

Samengevat 
Interne Markt
  • Lidstaten horen bij de EU.
  • Economische samenwerking 

  • Vrij verkeer van goederen en diensten 
  • Vrij verkeer van personen
  • Vrij verkeer van kapitaal

Oftewel vrijhandel in de eu

Slide 20 - Slide

Verdieping; Vrijhandel
Herhaling --> Er zijn geen onderlinge handelsbelemmeringen binnen de EU. 
(zie par 7.2)
 
Landen die geen lid zijn van de EU hebben dit voordeel niet.

Door vrijhandel tussen de EU-landen is er meer import en export tussen de lidstaten
En dus meer concurrentie.

Slide 21 - Slide

Vrijhandel en concurrentie
Oneerlijke concurrentie; 
- verschillende regels en wetten
- Eigen BTW tarief (oneerlijke concurrentie)

De EU wilt samen deze oneerlijke onderlinge concurrentie tegen gaan door
alle regels van alle lidstaten gelijk te trekken. (=harmonisatie)

Om zo de interne markt , daarmee de vrijhandel  te stimuleren en voor  eerlijke  concurrentie  te zorgen. 

Slide 22 - Slide

  • tarieven btw en accijns
  • milieuregels
  • Consumentenrechten
Veel samenwerking, maar ook verschillen...
Gelijkwaardige concurrentie belangrijk, dus regels gelijk maken => harmonisatie

Slide 23 - Slide

Harmonisatie
De EU wil veel regels voor alle lidstaten gelijk trekken om te zorgen voor eerlijke concurrentie tussen de landen in de EU.

Slide 24 - Slide

 EU                                              EMU

Slide 25 - Slide

7.2 Wat is de EMU ?
De Europese Monetaire unie.
Binnen de EU ook EMU. 

Niet alle landen van de EU zitten in de EMU.

Alleen de landen die de euro hebben horen bij de EMU. De Eurozone.

Slide 26 - Slide

Europese Monetaire Unie
Voorwaarden om deel te nemen aan de EMU:
  • In de EMU zijn afspraken gemaakt over de staatsschuld.
  • In de EMU zijn afspraken gemaakt over het begrotingstekort.
  • In de EMU zijn afspraken gemaakt over de maximale inflatie.

Slide 27 - Slide

De Europese Centrale Bank (ECB)
= De centrale bank van landen met de euro (eurozone)
De taken van de ECB:



Hoofdkantoor in Frankfurt am Main, Duitsland
De ECB brengt eurobankbiljetten in omloop.
De ECB stelt de hoogte van de rente vast die banken moeten betalen als ze geld van de ECB lenen.
De ECB bewaakt de waarde van de euro. Door te zorgen dat de inflatie laag blijft, behoudt de euro z'n koopkracht.

Slide 28 - Slide

Europese Centrale Bank (ECB)
  • ECB bewaakt de waarde van de euro (prijsstabiliteit)
  • ECB brengt eurobankbiljetten in omloop
  • ECB stelt de hoogte van de rente vast die banken moeten betalen als ze geld lenen van ECB.

Slide 29 - Slide

Stel, de inflatie is te hoog

Slide 30 - Slide

De EU heeft een interne (gemeenschappelijke) markt. Wat hoort er niet bij?
A
Vrij verkeer van goederen en diensten
B
Vrij verkeer van personen
C
Vrij verkeer van machines
D
Vrij verkeer van kapitaal

Slide 31 - Quiz

Wat is geen taak van de ECB?
A
Bewaken van de waarde van de euro
B
Hoogte van de rentes vaststellen als banken geld lenen van de ECB
C
In omloop brengen van nieuwe bankbiljetten
D
Boetes geven aan banken

Slide 32 - Quiz

Bij een hoge inflatie
A
Verhoogt de ECB de rente
B
Verlaagt de ECB de rente
C
Laat de ECB de rente ongewijzigd
D
Grijpt de ECB nooit in

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide