Mens en wereld de rivier de Rijn les 2

De rivier de Rijn les 4
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De rivier de Rijn les 4

Slide 1 - Slide

Welke grondsoorten ken jij al?

Slide 2 - Mind map

Grondsoorten ontdekken 
Ga met een groepje van 4 
kinderen aan de slag. 
Lees en voer de stappen goed uit, 
anders klopt jullie onderzoek niet. 

Slide 3 - Slide

Hoe ging deze opdracht?
Heel goed
Goed
Gemiddeld
Kan beter
Slecht

Slide 4 - Poll

Wat weet je nog van vorige lessen?

Slide 5 - Mind map

Wat hebben wij vorige week gedaan?

Slide 6 - Open question

Lesdoel:

Aan het einde van deze les kunnen jullie:
  • 3 dingen benoemen die de Germanen deden.
  • Benoemen waarom de Germanen op                                                                        één plek bleven wonen. 
  • Vertellen waarom de omgeving van een rivier aantrekkelijk is om te wonen. 
  • Vertellen wat een grondsoort te maken heeft met de groei van een dorp.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Wat gebeurde er na de Romeinen?
Zoals je in het filmpje hoort viel het Romeinse Rijk in het Westen, dus ook in Nederland. In de vorige les hebben wij het er al even over gehad, de Romeinen kwamen maar tot de onderkant van de rivier de Rijn, over de Rijn zijn de Romeinen nooit gekomen. 
Maar wie woonde er dan aan de overkant van de Rijn? Dat waren de Germanen. Nadat het Romeinse Rijk viel, gingen de Germanen ook aan de onderkant van de rivier wonen.  En dus ook op onze 3 locaties (Rijnsburg, Leiden en Alphen aan den Rijn) kwamen nu Germanen te wonen. 

Slide 10 - Slide

Wie waren de Germanen?
  • De Germanen waren een groep mensen die in Nederland kwamen wonen nadat de Romeinen wegtrokken. 
  • De Germanen bleven veel op een                                                                                      locatie wonen en trokken niet net als de                                                                          mensen voor hun rond door het land. 
  • De Germanen ontwikkelde een eigen                                                                              alfabet om met elkaar te communiceren                                                                        en dingen op kunnen schrijven. 

Slide 11 - Slide

Hoe leefde de Germanen?
De Germanen leefde van:
  • Landbouw: zelf verbouwen van groente, dieren
  • Vissenrij
  • Klein deel ruilhandel met andere 

Slide 12 - Slide

Opdracht
Schrijf een dagboek hoe een dag van een Germaan er uit zou kunnen zien. 
Denk hierbij bijvoorbeeld aan:
  • Welke taken een Germaan op een dag moet doen. 
  • Of met welke andere mensen hij om gaat, hoe gaan deze mensen met elkaar in gesprek? 

Slide 13 - Slide

Welke drie sectoren binnen aardrijkskunde kennen wij?
A
Tertiaire, primaire en quartaire sector
B
Tertiaire, secundaire en primaire sector
C
Quartaire, secundaire en industriële sector
D
Collectieve, tertiaire en commerciële sector

Slide 14 - Quiz

Wat is de primaire sector, wie werken er in de primaire sector?

Slide 15 - Open question

Primaire sector
  • De primaire sector kun je ook wel de                                               agrarische sector noemen.
  • Deze sector kan twee namen hebben, omdat deze sector   vooral bestaat uit het leveren van                                                             voedsel, grondstoffen en andere                                                             middelen die vanaf het platteland                                                           komen. 

Slide 16 - Slide

Wat is de secundaire sector, wie werken er in de secundaire sector?

Slide 17 - Open question

Secundaire sector
  • De secundaire sector wordt ook wel de industriële sector genoemd. 
  • Deze naam is ontstaan, omdat er in deze                                                                       sector de meeste industrie plaats vind. 
  • In deze sector worden de producten die                                                                     tot stand komen in de primaire sector                                                             verwerkt in fabrieken. 

Slide 18 - Slide

Wat is de tertiaire sector, wie werken er in de tertiaire sector?

Slide 19 - Open question

Tertiaire sector
  • De tertiaire sector wordt ook wel de diensten sector genoemd, deze sector wordt zo genoemd, omdat de producten die worden verwerkt in                                                          de secundaire sector in de tertiaire                                                        sector worden verkocht, aangeboden. 

Slide 20 - Slide

Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Boer
Visser
Jager
Timmerman
Schilder
Autoverkoper
Kok
Winkelverkoper
Bankier

Slide 21 - Drag question

Welke sector denk jij dat er bij de Germanen het meeste voor kwam?
A
Tertiaire sector
B
Secundaire sector
C
Primaire sector

Slide 22 - Quiz

Ga met je groepje bij elkaar zitten en pak je plantjes van de vorige keer erbij. Wat is er over de afgelopen week met jullie plantjes gebeurd? Welk plantjes is het beste gaan groeien? Hoe ging het verzorgen van de plantjes?

Slide 23 - Open question

Welk plantje heeft het beste gegroeid?
A
Zand, veel water
B
Zand, normaal water
C
Aarde, veel water
D
Aarde, normaal water

Slide 24 - Quiz

Met het gegeven dat je hebt over onze eigen plantjes, waarom denk je dat juist in de omgeving van de Rijn veel landbouw mogelijk was?

Slide 25 - Open question

Waarom is er dicht bij een rivier veel landbouw mogelijk?
Wij wonen in een land waar het weer op zo'n manier is, dat het voor de landbouw perfect is. Het is niet te warm en niet te koud. En het is niet te nat en niet te droog. Langs een rivier heb je een grond, die precies vochtig genoeg is voor landbouw, daarom zie je veel boerenbedrijven in de buurt van een rivier. Onze drie locaties zijn onder andere hierdoor ook gegroeid, volgende les gaan wij het daar nog meer over hebben. 

Slide 26 - Slide

Eind opdracht
We hebben net al eventjes gekeken naar de plantjes, ga nu weer met je groepje bij elkaar zitten en maak een klein verslag met daarin: 
  • Per plantje hoe deze over de afgelopen week zijn gegroeid. 
  • Per plantje hoe je het plantje hebt verzorgd. 
  • Wat is het uiteindelijke resultaat, welke plantje is het hardst gegroeid, en schrijf daarbij op hoe je denkt dat dat komt. 

Slide 27 - Slide

Welke woorden komen er aan het einde van deze les bij jou op?

Slide 28 - Mind map

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Hoe was de samenwerking bij de plantjes?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll