Workshop 'Een NT2-student in de klas'

Een NT2-student in de klas.
NT2-team 

Greetje Berghuis
Loes ten Berge
1 / 51
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 4

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Een NT2-student in de klas.
NT2-team 

Greetje Berghuis
Loes ten Berge

Slide 1 - Slide

Welkom

Slide 2 - Slide

Op welke vragen hoop je antwoord te krijgen in deze workshop?

Slide 3 - Open question

Inhoud van de workshop
  • Voorstellen
  • NT2-student
  • Woordenschat
  • Luisteren
  • Lezen
  • Praktijk
  • Afronding

Slide 4 - Slide

Doelen
  • Je ontwikkelt een goed beeld van de NT2-student
  • Je kent het belang van het werken aan woordenschat
  • Je vergroot de zelfredzaamheid van de student door het aanleren van strategieën
  • Je krijgt een aantal concrete ideeën hoe je jouw lessen beter kunt laten aansluiten op de NT2-student

Slide 5 - Slide

De student

Slide 6 - Slide

De student
Laaggeletterd 1F en A2 of lager (in combinatie met rekenen en digitale vaardigheden).
Taalzwakke student scoort onder het niveau op woordenschat en begrijpend lezen.
Anderstalige thuissituatie voertaal thuis meer dan de helft van de tijd anders dan Nederlands.
NT2 anderstalige achtergrond en minder dan 6 jaar Nederlandstalig
onderwijs.
Alle studenten

Slide 7 - Slide

Laaggeletterde student
Laaggeletterdheid is als je moeite hebt met lezen, schrijven, rekenen en/of digitale vaardigheden.

2,5 miljoen mensen in Nederland zijn laaggeletterd.

2 op de 3 zijn autochtoon.

9 % van niveau mbo-niveau 2-3-4 zijn laaggeletterd.

Slide 8 - Slide

NT2 student
Naast moeite met taal, 
kunnen onze NT2 studenten op andere vlakken ook problemen ondervinden.

Slide 9 - Slide

Ik hoor er niet bij:
- Klein Nederlands netwerk 
- Gesloten Nederlandse cultuur 
- Vooroordelen
 
Ik kan het niet:
- Veel afwijzingen vanwege taal
 - Gevoel van falen
- Ontbreken competenties

Ik kan het niet zelf :
- Taalachterstand
- Gebrek diploma’s
- Wrijving verantwoordelijkheid       familie/school
- Familie bepaalt beroepskeuze

Slide 10 - Slide

Tips voor de docent


Wat wil de student:
- erkenning krijgen
- gezien worden

Wat kun je doen als docent
- stel vragen
- blijf in gesprek
- Weet wat er in de student omgaat

Je bent betrokken, maar je hebt niet overal invloed op.

Slide 11 - Slide

Welke hulp kan het ROC-bieden?

  • Jeugdhulpverlener 
  • Financieel adviseur
  • Externe mentor
  • NT2-team
 Bibliotheek ontwikkelplein; 
  • Taalpunt - taalmaatje
  • Rustige werkplek
  • Oefenplein
  • Brievenhulp
  • Schuldhulpverlening
  • Computercursussen
  • Sollicitatiespreekuur
  • Informatiepunt digitale overheid
  • Leerwerkloket

Slide 12 - Slide

Woordenschat

Slide 13 - Slide

De taal
Alles valt en staat met de woordenschat.

Hoe meer woorden je kent, 
hoe beter je mee kunt komen in het land waar je bent.

Slide 14 - Slide

Hoeveel procent van de woorden moet een student kennen om een tekst te begrijpen?
A
60%
B
70%
C
80%
D
90%

Slide 15 - Quiz

60 %

We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - . We hebben​
geen - meer. Singapore is maar  - - -  met een  - - -. We ​
met  - - dat we niet - kunnen.  - - ik - een - met een - aan -​
het - er -. ​
Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar ​
dat is een niet meer te  - -  geworden. ​

Slide 16 - Slide

70 %
We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - .
We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk - -. We - met - - dat we niet anders kunnen. - - ik een huis met een - aan beide -, het - er-. Voor de - mensen - is dit nog - de - -  van -, maar dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 17 - Slide

80 %
We moeten -, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk groeiende bevolking. We - met zo'n - dat we niet anders kunnen. - - ik - een huis met een - aan beide -, het liefst er - . Voor de meeste mensen is dit nog steeds de - wijze van wonen, maar dat is een niet meer te - - geworden

Slide 18 - Slide

90 %
We moeten omhoog, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking. We - met zo'n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. - - ik wil iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er -. Voor de - mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 19 - Slide

100 %
We moeten omhoog, zei een architect uit Singapore tegen me. We hebben geen ruimte meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking. We kampen met zo'n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. net zoals ik wil iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er omheen. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te realiseren droom geworden.

Slide 20 - Slide

Het taalsysteem

Slide 21 - Slide

Hoeveel woorden kent een NT2-student op B1-niveau?
A
500
B
5.000
C
50.000
D
500.000

Slide 22 - Quiz

Omvang woordenschat
Een NT2-student op B1-niveau
5000 woorden
Een 10-jarig Nederlands kind
10.000 woorden
Een 15-jarige allochtone VMBO leerling
13.500 woorden
Een laagopgeleide Nederlander (1F of lager)
20.000 woorden
Een gemiddelde volwassene (2F)
23.000-42.000 woorden
Jijzelf
60.000 tot 80.000 woorden
De Dikke Van Dale
280.000 woorden

Slide 23 - Slide

Werken aan woordenschat

Slide 24 - Slide

Woordcategorieën
Welke woorden selecteer je?
Hoe kies je de belangrijkste woorden?


Categorie
voorbeeld
Dagelijkse woorden
boek, kraan, keuken, supermarkt
schooltaalwoorden
instructietaalwoorden
gemiddeld, splitsen, vergelijken, afmeting, opsomming
Vaktaalwoorden
vakbegrippen
Roterend, leiding, muf, zuiver

Slide 25 - Slide

Schooltaalwoorden
Schooltaalwoorden in de methode.

Slide 26 - Slide

Schooltaalwoorden
Op rocvantwente.nl staan teksten over verschillende opleidingen.
Hierin wordt schooltaal gebruikt. 

Onderstreep de schooltaalwoorden.

Slide 27 - Slide

1. Wat is je opgevallen?
2. Kennen jouw NT1-studenten deze woorden?
3. Kennen jouw NT2-studenten deze woorden?

Slide 28 - Slide

Tips voor de docent
Woordlijst
- ITTA
- Rekentaal
Woordweb
- voorkennis activeren
- aanhaken bij bestaande kennis
- woorden in de context
Woordleerstrategieën
- overslaan;
- raden;
- opzoeken.
Tekst

Slide 29 - Slide

Quizlet
individueel of klassikaal oefenen met woordenschat.


Slide 30 - Slide

Tips voor de student
Woordenschrift

Oefenen in Quizlet

Toepassen van de woordleerstrategieën:
- overslaan;
- raden;
- opzoeken.

Slide 31 - Slide

Luistervaardigheid

Slide 32 - Slide

Luistervaardigheid
Ervaar zelf.
Kun jij de woordgrens bepalen?

Kongresamerikaserikatsecaramayoritasmenolakvetopresidenbarackobamaatasrancanganundangundangyangmemungkinkankeluargakorbansebelasseptembermenuntutarabsaudi


Slide 33 - Slide

Luistervaardigheid

Kongres Amerika Serikat secara mayoritas menolak veto presidenBarack Obama atas rancangan undang-undang yang memungkinkan keluarga korban sebelas September menuntutArab Saudi.



Slide 34 - Slide

Tips voor de docent
Handreiking uitleg en instructie begrijpen.
- spreek rustig en duidelijk;
- activeer de student;
- controleer of de student 
    het begrijpt.

Slide 35 - Slide

Tips voor de student
Toepassen van de luisterstrategieën:
- globaal (volgen van de grote lijn);
- intensief (de details);
- gericht (specifieke informatie).

Vragen stellen/ beantwoorden over de instructie
Aantekeningen maken

Slide 36 - Slide

Lezen

Slide 37 - Slide

Leesvaardigheid
De problemen die de student kan ondervinden zijn:
  1. Voorkennis
  2. Woordbeeld
  3. Tijd

Slide 38 - Slide

Woordbeeld
'Vlgones een oznrdeeok op een Eglnese uvinresiet mkaat het niet uit in wlkee vloogdre de ltteers in een wrood saatn, het einge wat blegnaijrk is is dat de eretse en de ltaatse ltteer op de jiutse patals saatn'

  • Geoefende lezer leest en herkent een woord automatisch doordat het woordbeeld als plaatje is opgeslagen.
  • NT2-student heeft het woordbeeld niet opgeslagen. Hij heeft een tussenstap nodig en leest dus langzamer.

Slide 39 - Slide

De tekst in een boek lezen

Slide 40 - Slide

Tips voor de student
Toepassen van de leesstrategieën:
  • globaal;
  •  intensief;
  • zoekend;
  • studerend.

Vragen stellen over de tekst 
wie, wat, waar, wanneer,
waarom en hoe


Woordleerstrategieën
  • overslaan;
  • raden;
  • opzoeken.
Voorbereiden van een tekst
  • Thuis of op school

Aantekeningen maken

Slide 41 - Slide

Tips voor de docent
Leesstrategieën 
Voor het lezen 
  •  voorkennis activeren
  •  titel, kopjes, illustraties, opvallende woorden
  •  voorspellen

Tijdens het lezen
  • toepassen woordleervaardigheden;
  •  verbanden leggen
  •  vragen stellen (wie wat, waar, wanneer, waarom en hoe)


 Na het lezen;
Liever geen (begrijpend lezen) vragen, maar juist werkvormen zoals: 
  • 1-minuut spreekbeurt;
  • tekst in een schema zetten;
  • in groepjes vragen laten bedenken en een quiz doen.

Slide 42 - Slide

Wat is er op de markt?

Slide 43 - Slide

Nieuws van de week
Uitgeverij
Eenvoudig communiceren
  • Vakgesprekken
  • Leesboeken
  • LINK A2-> B1

Lezen met de leessandwich






Slide 44 - Slide

Taalbeleid ROC
Mogelijke interventies voor het taalbeleid.
Workshop: NT2-student in de klas 
                      
Training: Taalbewuste docent van de talengroep.

Schooltaalwoorden op het bord en terug laten komen
Vrij lezen op het rooster

Nieuws van de week - NOS

Slide 45 - Slide

Terugblik
Dit was het einde van deze workshop.
We hebben het gehad over:
  • Het NT2-team
  • NT2-studenten
  • Het belang van woordenschat
  • Luisteren en begrijpen
  • Leesvaardigheid

Slide 46 - Slide

Welke tip breng
je morgen in
de praktijk?

Slide 47 - Mind map

Steunpunt taal en rekenen
Heb jij een NT2-student in de groep en wil je weten wat jij kunt doen om deze studenten beter te kunnen begeleiden?
Stel je vraag aan 
Het steunpunt taal en rekenen: (taalteam@rocvantwente.nl
of rechtstreeks aan 
het NT2-team (nt2onderwijs@rocvantwente.nl).

Slide 48 - Slide

Feedback over
deze workshop.

Slide 49 - Mind map

Het verhaal van Javed




  • Tegen welke problemen loopt Javed aan?
  • Herken je dit vanuit je eigen onderwijspraktijk?

Slide 50 - Slide

Javed vond het woord 'weersomstandigheid' moeilijk.
Is dit een...
A
dagelijks woord
B
schooltaalwoord
C
vaktaalwoord

Slide 51 - Quiz