Zww, kww en hww

Zww, kww en hww
  • Je leert zww, kww en hww vinden in een zin;
  • Je weet het verschil tussen deze werkwoorden. 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Zww, kww en hww
  • Je leert zww, kww en hww vinden in een zin;
  • Je weet het verschil tussen deze werkwoorden. 

Slide 1 - Slide

Ik zou wel op vakantie naar IJsland willen.
Wat zijn de werkwoorden in deze zin?

Slide 2 - Open question

Ik zou wel op vakantie naar IJsland willen.
Wat is het belangrijkste ww?
A
zou
B
willen

Slide 3 - Quiz

Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
  • Het is belangrijk om het verschil tussen het wg en het ng te zien. 
  • Is er sprake van een wg? --> altijd één zelfstandig werkwoord (ZWW)
  • Is er sprake van een ng? --> altijd één  koppelwerkwoord (KWW)
  • De overige werkwoorden zijn de hulpwerkwoorden (HWW)!

Vraag: welk werkwoord is het belangrijkst in de zin? Deze is dan het zww (als er sprake is van een wg) of het kww (als er sprake is van een ng). 
Je gaat op zoek naar het BELANGRIJKSTE werkwoord. 

Slide 4 - Slide

Zelfstandig werkwoord
Wg en maar één werkwoord in de zin?
--> zelfstandig werkwoord 

In de vakantie bezoekt (zww) Veerle een museum. 
In de vakantie heeft (hww) Veerle een museum bezocht (zww)
In de vakantie zou (hww) ze een museum willen (hww) bezoeken (zww)

Meer werkwoorden in de zin? Belangrijkste ww is zww


Slide 5 - Slide

Koppelwerkwoord 
Ng en maar één werkwoord in de zin? 
--> koppelwerkwoord 

Lasergamen is (kww) [echt spannend]! 

Slide 6 - Slide

Koppelwerkwoorden 
Meerdere werkwoorden in de zin? --> Ga op zoek naar het kww  
Welk werkwoord kun je écht niet weglaten? 

Lasergamen kan (hww) [echt spannend] zijn (kww)
Dat zou (hww) [echt spannend] kunnen (hww) zijn (kww)!

Slide 7 - Slide

Zww of Kww
- Bij meerdere werkwoorden staat het zww of kww achteraan;

Let op: Een ZWW en KWW kunnen NOOIT samen in een zin zitten
(want: een gezegde is óf werkwoordelijk óf naamwoordelijk. Allebei kan niet)
                Er zit maar ÉÉN zww of kww in een zin. De rest is hww.

Slide 8 - Slide

Ik zou wel op vakantie naar IJsland willen.
'willen' is een...
A
zelfstandig ww
B
hulpwerkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 9 - Quiz

De vriendschap tussen George en Wim zou weleens snel voorbij kunnen zijn.
Wat zijn de werkwoorden in deze zin?

Slide 10 - Open question

De vriendschap tussen George en Wim zou weleens snel voorbij kunnen zijn.

Wat is het belangrijkste ww?
A
zou
B
kunnen
C
zijn

Slide 11 - Quiz

De vriendschap tussen George en Wim zou weleens snel voorbij kunnen zijn.

'zijn' is een...
A
zelfstandig ww
B
hulpwerkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 12 - Quiz

Zij zou de theekopjes ongewassen in de kast hebben willen zetten.

Wat is het belangrijkste ww?
A
zou
B
hebben
C
willen
D
zetten

Slide 13 - Quiz

Zij zou de theekopjes ongewassen in de kast hebben willen zetten.

'zetten' is een...
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 14 - Quiz