VWO 2 | Herhaling, nieuwe grammaire | Ch. 6

1 / 31

Slide 1: Slide

FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Terugblik en planning

Wat hebben we tot nu toe gehad?
Grammaire, présent et passé composé: prendre
Toets inplannen (binnen twee weken!)

Slide 2 - Slide

Blz. 83

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Regelmatige werkwoorden: standaard uitgangen.

Onregelmatige werkwoorden:
de uitgangen per werkwoord uit je hoofd leren.

Slide 5 - Slide

Les élèves (nemen) des bonbons

Slide 6 - Open question

Vous (nemen) une banane?

Slide 7 - Open question

Le garçon ...

Slide 8 - Open question

Vertaal: zij nemen

Slide 9 - Open question

Vertaal: mon frère prend

Slide 10 - Open question

Vertaal: vous prenez

Slide 11 - Open question

Passé composé

J'ai pris = ik heb genomen

Tu as pris = jij hebt genomen

Il a pris = hij heeft genomen

Elle a pris = zij heeft genomen

Nous avons pris = wij hebben genomen

Vous avez pris = jullie hebben genomen, u heeft genomen

Ils/elles ont pris = zij hebben genomen

Slide 12 - Slide

Vervoeg prendre in de passé composé.
Nous ...

Slide 13 - Open question

J' ...

Slide 14 - Open question

Vertaal: ma soeur a pris

Slide 15 - Open question

Schrijf nu zelf een Franse zin met het werkwoord prendre in de passé composé.

Slide 16 - Open question

Goedemorgen.....!!!

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Terugblik en planning

Présent et passé composé: werkwoord prendre.
Gemaakte opdrachten nakijken, verbeter ze!
Hoe schrijf je een e-mail of brief in het Frans: oefenen opdr. 35

Slide 19 - Slide

Welk soort werkwoord is
prendre?

Regelmatige werkwoorden: standaard uitgangen.

Onregelmatige werkwoorden:
de uitgangen per werkwoord uit je hoofd leren.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Uit hoeveel delen bestaat
de passé composé?

Slide 22 - Slide

Passé composé

J'ai pris = ik heb genomen

Tu as pris = jij hebt genomen

Il a pris = hij heeft genomen

Elle a pris = zij heeft genomen

Nous avons pris = wij hebben genomen

Vous avez pris = jullie hebben genomen, u heeft genomen

Ils/elles ont pris = zij hebben genomen

Slide 23 - Slide

Een e-mail
schrijven

Slide 24 - Slide

Waaruit bestaat een e-mail?

Onderwerp • Aanhef • De kern • Een nette afsluiter

Slide 25 - Slide

Deze e-mail is informeel

Slide 26 - Slide

Deze e-mail is formeel

Slide 27 - Slide

Hoe zie je dat deze formeel is?

Slide 28 - Slide

Aanhef

Formeel: Madame, Monsieur (achternaam)

Ik zou u iets willen vragen...

Je voudrais vous poser une question.

Kunt u mij vertellen / Ik wil graag een vraag stellen
Pourriez-vous me dire... / Je voudrais poser une question

Hartelijke groeten

(Bien) cordialement / Meilleures salutations,

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Écris un mail à un camping, demander des informations

- Schrijf hoe je heet en iets over je talenkennis.

Gebruik een vorm van apprendre of comprendre.

- Stel drie vragen: over waar de supermarkt zich bevindt, over de

openingstijden van de slagerij en welke winkels er nog meer zijn.

- Gebruik minimaal één keer een vorm van quel(le)(s).

Slide 31 - Slide