Vraag en aanbod

Vraag & aanbod
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Vraag & aanbod

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen waar de vraag en het aanbod door bepaald wordt.

Je kunt de evenwichtsprijs berekenen.

Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de vraag als er verandering is in het aanbod, en andersom.

Je kunt de formules van vraag en aanbod opschrijven en toepassen.

Slide 2 - Slide

Waar is de vraag naar een product van afhankelijk?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

vraag & aanbod
Als de vraag naar producten afneemt, zal de prijs dalen.

Als de vraag naar producten toeneemt, zal de prijs stijgen.

Als het aanbod van producten afneemt, zal de prijs stijgen.

Als het aanbod van producten toeneemt, zal de prijs dalen.

Slide 5 - Slide

Als het aanbod hoger wordt en de vraag blijft gelijk, dan
A
Blijft de prijs ook gelijk
B
Stijgt de prijs
C
Daalt de prijs

Slide 6 - Quiz

Vraagfunctie 
Qv = de gevraagde hoeveelheid van product x
p = prijs van product x
a= de mate waarin de vraag reageert op veranderingen in de prijs
b = het gedeelte van de vraag dat niet afhankelijk is van de prijs
qv=ap+b

Slide 7 - Slide

Aanbodfunctie
Qa = de aangeboden hoeveelheid van product x
p = de prijs van product x
a = de mate waarin het aanbod reageert op veranderingen in de prijs
b = het gedeelte van de vraag dat niet afhankelijk is van de prijs
qa=apb

Slide 8 - Slide

Evenwichtsprijs
De marktprijs. De prijs die tot stand komt op een markt als vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn.
qa=qv

Slide 9 - Slide

Wanneer ontstaat de evenwichtsprijs?
A
Als het hele aanbod verkocht kan worden
B
Als aan alle vraag voldaan wordt
C
Als er meer vraag is dan dat er aanbod is
D
Als vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn

Slide 10 - Quiz

Voorbeeld van een bereking
Qv = -20p = 1.000
Qa = 40p - 500

evenwichtsvergelijking: Qa = Qv

40p - 500 = -20p + 1.000
60p = 1.500
P = 1.500 : 60 = 25. 
Dus P is € 25.

Slide 11 - Slide

Vraagfunctie: qv = -0,2p + 75. Wat is de gevraagde hoeveelheid als de prijs €200 is?

Slide 12 - Open question

extra uitleg

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video