MYP1 II donderdag 23 november

MYP1 II
donderdag 23 november
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NT2BasisschoolGroep 8

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

MYP1 II
donderdag 23 november

Slide 1 - Slide

Inhoud
Kring
Quiz
Dictee
Sinterklaasjournaal




Slide 2 - Slide

Kring
Wie houdt het meest Sinterklaastijd?


+                                                                      -

Slide 3 - Slide

In kring

Sinterklaastijd
schrijven
Oost west thuis best
Alfabetboek

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Verschil tussen spreken en schrijven:

Slide 6 - Mind map

1 roos
A
2 roosen
B
2 rosen
C
2 rozen

Slide 7 - Quiz

schrijven
_________ jij?
A
schrijv
B
schrijf
C
schrijvt
D
schrijft

Slide 8 - Quiz

Schrijven
Hij .......................... een woord.
A
schrijven
B
schrijft
C
schrijf
D
schrift

Slide 9 - Quiz

schrijven

Zij heeft een hele tekst ....
A
geschrijven
B
geschreven

Slide 10 - Quiz

Ik steek het licht aan
A
omdat wil ik lezen een boek.
B
omdat ik wil lezen een boek
C
omdat ik een boek wil lezen

Slide 11 - Quiz

Ik ben te laat
A
omdat mijn fiets was stuk
B
omdat mijn fiets stuk was
C
omdat stuk mijn fiets was

Slide 12 - Quiz

Hij heeft me verteld dat
A
hij goed kan zwemmen.
B
hij kan goed zwemmen.
C
hij zwemmen kan goed.

Slide 13 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord
A
Noun
B
Adjective
C
Verb

Slide 14 - Quiz

Zelfstandig naamwoord
A
Noun
B
Adjectiev
C
Verb

Slide 15 - Quiz

Gorkum
A
Gorinchem
B
Gorkum
C
Gorinkem
D
Gorinjam

Slide 16 - Quiz

Overtreffende trap
mooi   ....       .....


Slide 17 - Slide

Criterion D, schrijven
Dictee

Slide 18 - Slide

Hoor de wind waait door de bomen


Hoor de wind waait door de bomen, hier in huis daar waait de wind
Zou de goede Sint wel komen, nu hij het weer zo lelijk vindt?
Nu hij het weer zo lelijk vindt
Als hij komt in donkere nachten op zijn paardje o zo snel
als hij wist hoe zeer wij wachten, ja gewis dan kwam hij wel
ja gewis dan kwam hij wel.

Slide 19 - Slide

Oefenen schrijven
Schrijf over iets dat je deze week hebt gedaan.
Een kleine gebeurtenis bestaat niet.
Tussen de 70 en 120 woorden.

Slide 20 - Slide

Haal een Nederlands leesboek uit de bibliotheek

Slide 21 - Slide