De snijtanden, hoektanden en kiezen hebben ieder een eigen functie tijdens het eten:
De snijtanden hebben een scherpe bovenkant waardoor ze geschikt zijn om stukken af te bijten van voedsel.
De hoektanden zijn scherpe puntige tanden die taai voedsel, zoals vlees, klein kunnen maken.
De valse en ware kiezen zijn grote vierkante ‘molenstenen’ die het voedsel vermalen.
Elke tand en kies bestaat uit de volgende onderdelen.
De kroon: deze steekt boven het tandvlees uit.
De hals: deze wordt door het tandvlees bedekt.
De wortel: deze ligt in het kaakbeen.
32 tanden