3. Schaling van de enquête
Gebruik altijd evenveel positieve als negatieve antwoordmogelijkheden.
Bijvoorbeeld een 4 puntschaal: of een 5 puntschaal:
1 = helemaal mee oneens 1 = helemaal mee oneens
2 = mee oneens 2 = mee oneens
3 = mee eens 3 = niet eens / niet oneens
4 = helemaal mee eens 4 = mee eens
5 = helemaal mee eens
Let op:
- Meer antwoordmogelijkheden worden vaak gebruikt om een nauwkeuriger beeld te krijgen van de respondent.
- Houd er rekening mee dat respondenten vaak niet kiezen voor uitersten. Hier zijn een aantal manieren voor, om dit tegen te gaan, bijvoorbeeld door geen neutrale antwoordmogelijkheid te geven, zo wordt de respondent gedwongen een keuze te maken.