Spelling 2F deel 2

Spelling 2F
Deel 2
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling 2F
Deel 2

Slide 1 - Slide

Inhoud van de les
- Samenstellingen
- Meervoudsvormen
- Leestekens
- Hoofdletters



Slide 2 - Slide

Samenstellingen
1) Standaard: hoor je een 's', dan schrijf je een -s.
2) Eerste deel een ZN & alleen meervoud op - en          -en
3) Uniek persoon of zaak             geen tussenletter
4) Eerste deel een BN (en/of versterkt)           geen tussenletter
5) Verwarring over de uitspraak?          Zet een streepje
6) dier + plant            -n

Slide 3 - Slide

station + plein

timer
0:15

Slide 4 - Open question

kip + ei
timer
0:15

Slide 5 - Open question

zon + straal
timer
0:15

Slide 6 - Open question

rat + kruid
timer
0:15

Slide 7 - Open question

Welk woord is goed gespeld?
timer
0:10
A
apentrots
B
apetrots

Slide 8 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
timer
0:10
A
boordevol
B
boordenvol

Slide 9 - Quiz

asperge + kweker
timer
0:15

Slide 10 - Open question

Welk woord is goed gespeld?
timer
0:10
A
roggenbrood
B
roggebrood

Slide 11 - Quiz

Hoog + school
timer
0:15

Slide 12 - Open question

Meervoudsvormen
1) Geen probleem voor uitspraak             -s
2) Probleem met uitspraak (a, i, o, u, y)                 's
3) -ik: klemtoon op ik        2 k's , klemtoon niet op ik        1 k
                                               (blikken)                                           (monniken)
4) - ie/-ee: klemtoon op ie/ee:        genieën
                 klemtoon niet op laatste lettergreep: -n + trema          poriën
 5) -f wordt vaak -v               kloof -> kloven
      -s wordt vaak -z               kluis -> kluizen

Slide 13 - Slide

Meervoudsvormen (2)
6) raam -> ramen, uur --> uren
7) model -> modellen, debat -> debatten
8) -as, -is, -os, -us        dubbele medeklinker (bonus - bonussen)
9) -ik, -it, -es, -et + klemtoon niet op laatste lettergreep   
                                     ha vik - haviken 
10) 3x klinker           -s , bureau

Slide 14 - Slide

Welk woord is goed gespeld?
timer
0:10
A
jockey's
B
jockeys

Slide 15 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
timer
0:10
A
lady's
B
ladies

Slide 16 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
timer
0:10
A
clichés
B
cliché's

Slide 17 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
timer
0:10
A
collegas
B
collega's

Slide 18 - Quiz

Welke woord is goed gespeld?
timer
0:10
A
plumeaus
B
plumeau's

Slide 19 - Quiz

Leestekens
Welke regels ken je?

Slide 20 - Mind map

Leestekens toevoegen:
de kerstman bezocht met kerstmis drie rotterdamse ziekenhuizen

Slide 21 - Open question

de patienten liggen met z n allen in een hele grote zaal en krijgen alleen s ochtends iets te eten

Slide 22 - Open question

Nog ééntje dan:
je zet de etalage veel te vol riep de eigenaar van de parfumeriezaak

Slide 23 - Open question

Leestekens!
- Maak je typefouten?
- Weet je de regels nog?
- Wanneer aanhalingstekens?

Oefen dit:
(Zinnen typen in de toets!)
- Maak de laatste 5 oefeningen
Na de vakantie toets in Taalblokken

Slide 24 - Slide