Klas 2 week 23 les 2

Bienvenu(e)s!
Lesdoelen (buts)

Je gaat  Franse zinnen herhalen
Waar vind je deze?
Achterin het boek
Bij Naslag (arrêt) per chapitre

Wat ga je doen?
Ga naar Naslag Arrêt

 
Herhaal de phrases-clés van 
chapitre 1  t/m 7  
ter voorbereiding van een schrijfopdracht
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bienvenu(e)s!
Lesdoelen (buts)

Je gaat  Franse zinnen herhalen
Waar vind je deze?
Achterin het boek
Bij Naslag (arrêt) per chapitre

Wat ga je doen?
Ga naar Naslag Arrêt

 
Herhaal de phrases-clés van 
chapitre 1  t/m 7  
ter voorbereiding van een schrijfopdracht

Slide 1 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:

- Weet ik wat een delend lidwoord is en hoe ik dit moet toepassen en ken ik de uitzonderingen





Volg de LessonUp individueel/in eigen tempo. Maak aantekeningen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

HET DELEND LIDWOORD (samenvatting)

  1. In  NL géén lidwoord => in FR een delend lidwoord                     
  2. Je kijkt eerst naar de vorm van het zelfstandig naamwoord   
Mannelijk
Vrouwelijk
Met h of klinker
Enkelvoud
du 
de la
de l'
Meervoud
des 
des 
des 

Slide 4 - Slide

HET DELEND LIDWOORD (samenvatting)

Voorbeelden:
  1. Ik eet kaas /  je mange du fromage   
  2. Wil je vlees? / tu veux de la viande? 
  3. Ik wil olie/ je veux de l'huile                  
  4. Er zijn tomaten/ il y a des tomates   

Slide 5 - Slide

Delend lidwoord
Welke zin is goed?

A
Au petit-déjeuner, je bois lait
B
Au petit-déjeuner, je bois du lait

Slide 6 - Quiz

Kies het juiste delend lidwoord:
Ma soeur demande ..........eau.
A
de l'
B
d'

Slide 7 - Quiz

Kies het juiste delend lidwoord:
Mon frère prend _____ orangina.
A
du
B
de l'
C
de la
D
des

Slide 8 - Quiz

Vul het juiste delend lidwoord in:
'Mon père achète......pain
A
des
B
de la
C
du
D
de

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Link


Wat gebeurt er met het delend lidwoord na:
een hoeveelheid / een ontkenning?
A
geen idee
B
er verandert niets
C
delend lidwoord verandert in de / d'
D
delend lidwoord verandert in le/la/l'/les

Slide 11 - Quiz

Je ne bois pas ..... coca.
(Kies het goede delend lidwoord)
A
du
B
des
C
de la
D
de

Slide 12 - Quiz

Kies: delend lidwoord of de / d':
Tu ne manges pas __ légumes?
A
du
B
de la
C
de
D
d'

Slide 13 - Quiz

Evaluatie/reflectie les
Klassikaal door docent:
* Zijn er nog vragen?
* Wat ging goed/wat kan beter?
Lesdoel behaald/lesopdracht af?
* LessonUp/lesopdracht nog niet (helemaal) afgerond? Noteer dit in jouw agenda/planner en/of kom langs in een Daltonuur 

Slide 14 - Slide

Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak
Maken van de oefeningen en/of leren van de vocabulaire
In stilte werken zolang de timer loopt.

Slide 15 - Slide