H4.1 Procenten

H4 Procenten
1 / 27
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4 Procenten

Slide 1 - Slide

Dit doen wij vandaag
1.Het nieuwe hoofdstuk (4)
2. Voorkennis
3. Uitleg 4.1
4. Aan de slag met 4.1
5. afsluiten
Doel: Na deze les kan ik van aantallen naar procenten rekenen.

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 4 Procenten
4.1 van aantallen naar procenten
4.2 procenten vergelijken
4.3 rekenen met procenten
4.4 meer dan 100%
4.5 terug naar 100%
Dan hoofdstuk 12. Samen worden deze 2 hoofdstukken getoetst door een praktische opdracht en een proefwerk.

Slide 3 - Slide

Dit doen wij vandaag
1.Het nieuwe hoofdstuk (4)
2. Voorkennis
3. Uitleg 4.1
4. Aan de slag met 4.1
5. afsluiten
Doel: Na deze les kan ik van aantallen naar procenten rekenen.

Slide 4 - Slide

Hoeveel appels zijn er nodig voor
30 cupcakes?
A
3
B
6
C
30
D
9

Slide 5 - Quiz

Handige percentages

1/2 deel =
A
50 %
B
40 %
C
25 %
D
12,5 %

Slide 6 - Quiz

3.
Handige percentages.
1/10 deel= ...
A
10%
B
100%
C
1%
D
0,1%

Slide 7 - Quiz

Handige percentages:

1/4 deel =
A
40 %
B
50%
C
12,5 %
D
25 %

Slide 8 - Quiz

Dit doen wij vandaag
1.Het nieuwe hoofdstuk (4)
2. Voorkennis
3. Uitleg 4.1
4. Aan de slag met 4.1
5. afsluiten
Doel: Na deze les kan ik van aantallen naar procenten rekenen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?

Slide 11 - Slide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
%
..

Slide 12 - Slide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
%
100
..

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
15
%
100
..

Slide 14 - Slide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
1
15
%
100
..

Slide 15 - Slide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
1
15
%
100
..

Slide 16 - Slide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
1
15
%
100
..

Slide 17 - Slide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
1
15
%
100
..

Slide 18 - Slide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
1
15
%
100
..
75

Slide 19 - Slide

Even                                     oefenen

Slide 20 - Slide

Nora koopt een cd in de opruiming. De cd kost € 16,95. Ze krijgt €10 korting. Hoeveel procent is dat?
Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
procent

euro
16,95
100
10
1
X
1,7
Bedrag
Procent

Slide 21 - Drag question

Vul de verhoudingstabel in. Sleep het juiste antwoord naar de twee juiste plekken in de tabel
€ 0,20
€ 20
€ 35
€ 1,40
€ 14
€ 4,90

Slide 22 - Drag question

Dit doen wij vandaag
1.Het nieuwe hoofdstuk (4)
2. Voorkennis
3. Uitleg 4.1
4. Aan de slag met 4.1
5. afsluiten
Doel: Na deze les kan ik van aantallen naar procenten rekenen.

Slide 23 - Slide

Maak de volgende opdrachten
Wat? Hoofdstuk 4.1 opdracht 1 tm 8 blz 132-134
Hoe? 10 minuten in stilte, daarna overleggen op fluistertoon
Vragen? wacht tot ik langsloop. Kijk eerst naar de voorbeelden.
Klaar? laat zien en nakijken en maak de uitdagende
              opdracht. 
Ook dat klaar? boek lezen/ huiswerk ander vak of
                              bij mij puzzel halen. 
timer
10:00

Slide 24 - Slide

Dit doen wij vandaag
1.Het nieuwe hoofdstuk (4)
2. Voorkennis
3. Uitleg 4.1
4. Aan de slag met 4.1
5. afsluiten
Doel: Na deze les kan ik van aantallen naar procenten rekenen.

Slide 25 - Slide

Een sportzaak geeft op een paar schoenen van € 80
een korting van € 36
.
Bereken hoeveel procent korting de sportzaak op de schoenen geeft.
A
36%
B
45%
C
22%
D
0,45%

Slide 26 - Quiz

En tot de volgende les!

Slide 27 - Slide