Proefwerk Thema 3 Waarnemen 1C_2025

Tot welk orgaanstelsel horen je zintuigen?
A
Zenuwstelsel
B
Gehoorstelsel
C
Gezichtstelsel
D
Zintuigstelsel
1 / 50
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Tot welk orgaanstelsel horen je zintuigen?
A
Zenuwstelsel
B
Gehoorstelsel
C
Gezichtstelsel
D
Zintuigstelsel

Slide 1 - Quiz

Wat gebeurt er in een zintuig?
A
Prikkel wordt omgezet in een impuls
B
Impuls wordt omgezet in een prikkel

Slide 2 - Quiz


A
Koude zintuigen
B
Warmte zintuigen
C
Pijn zintuigen
D
Tast zintuigen

Slide 3 - Quiz

Hoe heet nummer 4
A
Netvlies
B
Vaatvlies
C
Harde Oogvlies

Slide 4 - Quiz

In welke laag liggen de zintuigcellen (kegeltjes/staafjes)
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 5 - Quiz

Welke letter is de lens die bol en plat kan worden?
A
Q
B
R
C
S

Slide 6 - Quiz

Hoe heet Q?
A
Iris
B
Hoornvlies
C
Pupil
D
Glasachtig lichaam

Slide 7 - Quiz

Met welke zintuigcel zie je kleur?
En in welk vlies liggen deze?
A
Kegeltjes in het netvlies
B
Staafjes in het netvlies
C
Kegeltjes in het hoornvlies
D
Staafjes in het hoornvlies

Slide 8 - Quiz


A
Hoornvlies en Harde Oogvlies
B
Iris en Pupil
C
Lens en Iris
D
Netvlies en Hoornvlies

Slide 9 - Quiz

Hoe heet
nummer 1?
A
Netvlies
B
Vaatvlies
C
Harde oogvlies
D
Hoornvlies

Slide 10 - Quiz


A
2-4-1-3
B
2-4-3-1
C
3-4-1
D
3-2-4

Slide 11 - Quiz

Timo leest in de schemering een boek.

Hoe ziet zijn pupil eruit?
Hoe ziet zijn lens eruit?
A
Pupil Klein, Lens Bol
B
Pupil Klein, Lens Plat
C
Pupil Groot, Lens Bol
D
Pupil Groot, Lens Plat

Slide 12 - Quiz

Wat bescherm je met de pupilreflex?
A
Iris
B
Pupil
C
Vaatvlies
D
Netvlies

Slide 13 - Quiz

Hoe ziet het beeld eruit dat door de gevoelszenuw gaat?
A
Omgekeerd en vergroot
B
Omgekeerd en verkleind
C
Rechtopstaand en vergroot
D
Rechtopstaand en verkleind

Slide 14 - Quiz

Wouter kijkt naar een boom in de verte.
Hoe is zijn lens?
Zijn de ogen in ruststand of niet?
A
Platte lens, ogen zijn in rust
B
Platte lens, ogen zijn niet in rust
C
Bolle lens, ogen zijn in rust
D
Bolle lens, ogen zijn niet in rust

Slide 15 - Quiz

Welke letter is het evenwichtsorgaan?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 16 - Quiz


A
1-2-3-4
B
2-1-4-3
C
3-1-2-4
D
4-3-2-1

Slide 17 - Quiz


A
Meer proeven
B
Minder proeven
C
Er is geen verschil

Slide 18 - Quiz

Hoe veranderen pupillen als je van een donkere ruimte in een fel verlichte ruimte komt?
A
Pupil wordt kleiner
B
Pupil wordt groter
C
Pupil verandert niet

Slide 19 - Quiz

Wanneer is je ooglens bol?
A
Bij dichtbij kijken
B
Bij veraf kijken
C
Bij veel licht
D
Bij weinig licht

Slide 20 - Quiz

Wat is nummer 1?
A
Hoornvlies
B
Netvlies
C
Vaatvlies
D
Harde Oogvlies

Slide 21 - Quiz

Wat is nummer 2
(middelste vlies met bloedvaten)?
A
Hoornvlies
B
Netvlies
C
Vaatvlies
D
Harde Oogvlies

Slide 22 - Quiz

Wat is nummer 3
(binnenste en belangrijkste vlies)?
A
Hoornvlies
B
Netvlies
C
Vaatvlies
D
Harde Oogvlies

Slide 23 - Quiz

Wat is nummer 5?
A
Blinde Vlek
B
Gele Vlek
C
Glasachtig Lichaam
D
Oogzenuw

Slide 24 - Quiz

Juist of Onjuist?
Met kegeltjes zie je kleuren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Dit vlies zie je als het witte van je oog.
A
Harde Oogvlies
B
Vaatvlies
C
Netvlies

Slide 26 - Quiz

Zintuigcellen in dit vlies zetten lichtprikkels om in impulsen.
A
Harde Oogvlies
B
Vaatvlies
C
Netvlies

Slide 27 - Quiz

Via de bloedvaten in dit vlies krijgt je oog alle stoffen die het nodig heeft.
A
Harde Oogvlies
B
Vaatvlies
C
Netvlies

Slide 28 - Quiz

Juist of Onjuist?
Geluid dat door de oorschelp is opgevangen komt als eerste terecht in de gehoorgang.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Juist of Onjuist?
Oorsmeer houdt het trommelvlies soepel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Juist of Onjuist?
Het trommelvlies geeft trillingen direct door aan het slakkenhuis dat er aan vast zit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

Wat is de prikkel voor je oog?
A
Aanraking
B
Druk
C
Geluid
D
Licht

Slide 32 - Quiz

Welke zintuig ligt NIET in de huid?
A
Koudezintuig
B
Warmtezintuig
C
Pijnzintuig
D
Evenwichtszintuig

Slide 33 - Quiz

Welke letter is de lens die bol en plat kan worden?
A
Q
B
R
C
S

Slide 34 - Quiz

Wat is onderdeel d?
A
Wenkbrauw
B
Traanklier
C
Traanbuis
D
Harde oogvlies

Slide 35 - Quiz

Wat is onderdeel a?
A
Wenkbrauw
B
Traanklier
C
Traanbuis
D
Harde oogvlies

Slide 36 - Quiz

Welk onderdeel zorgt ervoor dat de pupil kleiner wordt?
A
Witte onderdeel
B
Bruine onderdeel
C
Zwarte onderdeel
D
De pupil kan niet van vorm veranderen

Slide 37 - Quiz

Welk onderdeel maakt traanvocht?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 7
D
Nummer 8

Slide 38 - Quiz

Timo leest in de zon een boek.
Hoe ziet zijn pupil eruit?
Hoe ziet zijn lens eruit?
A
Pupil Klein, Lens Bol
B
Pupil Klein, Lens Plat
C
Pupil Groot, Lens Bol
D
Pupil Groot, Lens Plat

Slide 39 - Quiz

Welke letter is de buis van Eustachius?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 40 - Quiz

Welke letter is het slakkenhuis?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 41 - Quiz

Welk onderdeel is het trommelvlies?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 42 - Quiz

Je ziet hiernaast een oor van een hond. Wat is hier het trommelvlies?
A
e
B
f
C
c
D
d

Slide 43 - Quiz

Wie heeft de laagste onderste gehoorgrens?
A
Dolfijn
B
Kikker
C
Olifant
D
Vleermuis

Slide 44 - Quiz

Wie heeft het kleinste gehoorbereik?
A
Dolfijn
B
Hond
C
Kikker
D
Vleermuis

Slide 45 - Quiz

Op hoeveel smaakstoffen reageert je smaakzintuig in de tong?
A
3
B
4
C
5
D
Ontelbaar

Slide 46 - Quiz

Welke 2 zintuigen werken samen bij het proeven?
A
Reukzintuig en Geurzintuig
B
Reukzintuig en Smaakzintuig
C
Geurzintuig en Smaakzintuig

Slide 47 - Quiz

Liggen er ook warmtezintuigen
in je lippen?
A
Ja
B
Nee

Slide 48 - Quiz

Waar ligt je reukzintuig?
A
Onderin de neus
B
In het midden van de neus
C
Bovenin de neus

Slide 49 - Quiz

Waar wordt traanvocht gemaakt?
A
Alleen in de traanbuis
B
Alleen in de traanklier
C
In de traanbuis en in de traanklier

Slide 50 - Quiz