5.5

 5.5 transport in planten
our living world afl 1 min 38 planten en schimmels
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

 5.5 transport in planten
our living world afl 1 min 38 planten en schimmels

Slide 1 - Slide

Wat is bij verlichtingssterkte 1 tijdens 'traject P' de beperkende factor voor groei?
A
Concentratie koolstofdioxide
B
Concentratie nitraat
C
Verlichtingssterkte
D
Een andere factor

Slide 2 - Quiz

Welke formule voor fotosynthese klopt?
A
6 O2+ 6 H2O-> lichtenergie + C6H12O6 + 6 CO2
B
6 CO2 + 6 H2O -> lichtenergie + C6H12O6 + 6 O2
C
6 CO2 + 6 H2O + lichtenergie -> C6H12O6 + 6 O2
D
6 O2+ 6 H2O + lichtenergie -> C6H12O6 + 6 CO2

Slide 3 - Quiz

De nettoproductie houdt in: alle glucose die...
A
...een plant produceert
B
...een plant produceert en zelf gebruikt
C
...een plant produceert die een plant niet zelf gebruikt
D
...een plant produceert zonder de glucose die hij opneemt

Slide 4 - Quiz

Water en mineralen - verdamping
Verdamping zorgt voor een aanzuigende werking en levert een deel van de kracht die nodig is om water omhoog te pompen in een boom.

Slide 5 - Slide

Houtvaten
  • vervoeren water en mineralen
  • van wortel naar blad

water omhoog gepompt door: worteldruk, capillaire werking, verdamping

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Bastvaten
  • vervoeren water en organische stoffen (sacharose) 
  • van blad naar de rest van de plant

waterdruk door osmose

Slide 9 - Slide

Bij te veel waterverlies
woestijnplant
Kleine bladeren, groene stengel, haren, overdag huidmondjes sluiten

   alle planten
huidmondjes sluiten
Gevolg?

Slide 10 - Slide

Hoe kan een plant zich beschermen tegen uitdroging?
A
dikke waslaag, weinig huidmondjes,behaarde bladeren
B
verzonken huidmondjes behaarde bladeren, dikke waslaag
C
klein bladoppervlak huidmondjes onderkantblad,
D
zowel a,b als c

Slide 11 - Quiz

Wortelharen nemen mineralen uit de bodem op in de cel. De concentratie in de cel is hoger dan in de bodem. Dit is een voorbeeld van
A
diffusie
B
osmose
C
actief transport
D
passief transport

Slide 12 - Quiz

Osmose: (A) beweegt altijd naar de plek met de (B) opgeloste stoffen.

A
A:water B: meest
B
A:water B:minste
C
A:opgeloste stoffen B:meeste
D
A:opgeloste stoffen B:minste

Slide 13 - Quiz

Stroming in de houtvaten gaat altijd
A
omhoog
B
omlaag
C
in beiden richtingen

Slide 14 - Quiz

Door welke 3 krachten wordt water in een plant omhoog getransporteerd?

Slide 15 - Open question

In de bastvaten is de richting van de sapstroom afhankelijk van de plaats waar de suikers nodig zijn. Noem een situatie waarbij de sapstroom omhoog gaat en een waarbij deze omlaag gaat.

Slide 16 - Open question

opdrachten 5.5
5.4: 50, 51, 54, 55, 57, 59 en 61
5.5: 68, 69, 74, 75, 78 en 80

Slide 17 - Slide