- de leesstrategieën toe te passen;
- het doel van een tekst herkennen;
- de structuur van een tekst herkennen (bijv. van een advertentie, brochure of recensie);
- de verschillende signaalwoorden in een tekst herkennen en gebruiken;
- omgaan met vreemde en/of onbekende woorden;
- tekstverbanden herkennen;
- een woordenboek functioneel gebruiken;
- het onderwerp van een tekst bepalen;
- een gatentekst invullen;
- meerkeuzevragen beantwoorden over een tekst.