This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Rekenquiz 1
minsommen, plussommen, keersommen en delen
Slide 1 - Slide
4 x 3
A
8
B
12
C
15
D
20
Slide 2 - Quiz
5 x 6
A
24
B
32
C
35
D
30
Slide 3 - Quiz
4 x 8
A
24
B
32
C
48
D
16
Slide 4 - Quiz
7 x 6
A
35
B
36
C
24
D
42
Slide 5 - Quiz
9 x 6
A
72
B
48
C
54
D
63
Slide 6 - Quiz
9x7
5 x 5
9 x 4
8 x 6
63
25
36
48
Slide 7 - Drag question
10 x 7
8 x 8
25 x 3
6 x 7
70
64
75
42
Slide 8 - Drag question
100 : 5
49 : 7
72 : 8
56 : 7
20
7
9
8
Slide 9 - Drag question
35 : 7
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 10 - Quiz
72 : 9
A
8
B
9
C
6
D
7
Slide 11 - Quiz
85 + 43
A
89
B
118
C
128
D
108
Slide 12 - Quiz
76 - 23
A
49
B
51
C
43
D
53
Slide 13 - Quiz
149 + 123
A
272
B
397
C
227
D
269
Slide 14 - Quiz
233 + 170
A
303
B
403
C
423
D
453
Slide 15 - Quiz
654 - 129
A
425
B
505
C
525
D
512
Slide 16 - Quiz
487 - 390
A
97
B
98
C
99
D
94
Slide 17 - Quiz
456 + 789
A
1050
B
1175
C
1256
D
1245
Slide 18 - Quiz
843 + 78
A
945
B
921
C
821
D
876
Slide 19 - Quiz
Op welk moment van de dag is het? 13:00
A
ochtend
B
middag
C
avond
D
nacht
Slide 20 - Quiz
Op welk moment van de dag is het? 22:00
A
ochtend
B
middag
C
avond
D
nacht
Slide 21 - Quiz
Hoe laat is het?
A
kwart voor 9
B
kwart over 9
C
9 uur
D
half 9
Slide 22 - Quiz
Op welk moment van de dag is het? 05:00
A
ochtend
B
middag
C
avond
D
nacht
Slide 23 - Quiz
Hoe laat is het?
A
kwart over 10
B
kwart voor 10
C
kwart voor 11
D
kwart over 3
Slide 24 - Quiz
Hoe laat is het?
A
kwart voor 6
B
kwart over 7
C
kwart over 6
D
kwart voor 8
Slide 25 - Quiz
Hoe laat is het?
A
kwart over 3
B
kwart voor 3
C
kwart over 9
D
kwart voor 9
Slide 26 - Quiz
Kirsten telt de parkeerplaatsen. Er zijn 537 parkeerplaatsen. 289 plaatsen zijn al bezet. Hoeveel lege plaatsen zijn er nog?
A
347
B
249
C
248
D
348
Slide 27 - Quiz
Piet heeft 7 mandjes en in ieder mandje zitten 70 koekjes Welke som hoort hierbij?
A
7x7=
B
7x70=
C
7+70=
D
70:7=
Slide 28 - Quiz
In een doosje zitten 84 schroeven. Een timmerman haalt er 5 uit. Hoeveel blijven er over?
Slide 29 - Open question
Boer Geurtsen heeft 67 varkens. Boer Wouters heeft 107 varkens. Hoeveel heeft boer Wouters er meer dan boer Geurtsen?
Slide 30 - Open question
De moeder van Saar heeft 77 euro bij haar om een voetbal te kopen voor Saar. De voetbal die Saar graag wil hebben kost 50 euro. Hoeveel houdt de moeder van Saar nog over?