This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
LessonUp
Ga naar student.lessonup.io en log in.
Slide 1 - Slide
Programma
Welkom
Herhalen stof + bespreken vragen/huiswerk
Nieuwe stof
Opdracht/werkvorm
Klassikale afsluiting
Aan de slag/huiswerk
Slide 2 - Slide
In welke drie groepen worden voedingsstoffen ingedeeld?
Slide 3 - Open question
Natasja is ernstig ziek geweest. Ze heeft lang in bed gelegen en is afgevallen en haar spieren zijn verzwakt. Vanwege haar gezondheid moet ze aansterken. Daarom eet ze volgens de schijf van vijf. Van welke voedingsmiddelen moet Natasja wat extra eten, zodat ze aansterkt?
A
bruin brood, aardappelen en peulvruchten
B
appels, sinaasappels en bananen
C
bloemkool, paprika en tomaten
D
tofu, vlees en vis
Slide 4 - Quiz
Wat is cholesterol en waar zorgt het voor?
Slide 5 - Open question
Zijn er nog vragen over de vorige paragraaf?
Slide 6 - Slide
Leerdoelen
Je kan uitleggen hoe het verteringsstelsel voedsel vervoert.
Je kan uitleggen wat vertering is.
Je kan uitleggen wat enzymen zijn en hoe ze werken.
Je kan uitleggen waar voedingsstoffen in je bloed terecht komen.
Je kan uitleggen wat er gebeurt in je dikke darm.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Je keelholte is een soort kruispunt. De lucht die je in- en uitademt komt hier doorheen. En het voedsel dat je doorslikt ook. Als je tijdens het eten veel praat, kan hier iets misgaan. Je kunt je verslikken. Wat gebeurt er als je je verslikt?
Slide 9 - Open question
Peristaltische bewegingen
2 soorten spieren spelen een rol bij het vervoer in je verteringsstelsel.
Kringspieren en lengtespieren trekken samen om het eten verder te duwen.
Slide 10 - Slide
Langs welke organen gaat je eten (en etensresten), voordat je het uitpoept?
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Video
Wat is vertering?
Grote voedingsstoffen zoals eiwitten, vetten en koolhydraten, kunnen niet meteen in het bloed worden opgenomen.
Het klein maken van voedingsstoffen (door verteringssappen) heet vertering.
Slide 13 - Slide
Eigenschappen:
- Vorm
- Temperatuur
- Zuurgraad
3 stappen
1. Binden
2. Knippen
3. Loslaten
Slide 14 - Slide
Optimumtemperatuur
< 10: werkt het niet
37: optimaal, het snelst
> 45: stuk
Slide 15 - Slide
Voedingsstoffen die moeten worden verteerd
Voedingsstoffen die niet worden verteerd.
Mineralen
Zetmeel
Eiwitten
Vetten
Water
Koolhydraten
Vitaminen
Slide 16 - Drag question
Enzymen zijn gevoelig voor temperatuur. Ze werken het beste bij de optimumtemperatuur. Wat gebeurt er met het enzym als deze boven de maximumtemperatuur komt?