This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
What are we going to do today?
- Who is here?
- Reading
- Previous lesson
- Chapter 3
- End of lesson
Slide 2 - Slide
Write me words!
A E T R
K P L O
I M S N
H U D F
Slide 3 - Slide
timer
1:00
Slide 4 - Slide
What did we do the previous lesson?
Slide 5 - Slide
-> Starting CH3
Slide 6 - Slide
Homework
Voor vandaag,
Maak opgaven 1, 2, 12A, 14A en 15 in CH3
NEEM WERKBOEK B MEE! Laptop is niet voldoende.
Slide 7 - Slide
Go to page 27 in book B
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
The
'The' betekent 'de' in het Nederlands. Verwijst naar iets specifieks.
She is on the plane.
Slide 10 - Slide
The
Je laat 'the' weg voor namen van meren, straten, winkels en jaargetijden. Ook gebruik je 'the' niet als je geen 'de' in het Nederlands neer zou zetten. Kijk maar: