Hoofdstuk 3
1 / 23
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat wordt geselecteerd als je Ctrl indrukt en op een woord in een stuk tekst klikt?
A
het woord
B
de zin
C
de regel
D
de alinea
Slide 2 - Quiz
Links uitlijnende tab
Tab voor centreren
Rechts uitlijnende tab
Decimale tab
Lijntab
Slide 3 - Drag question
Slide 4 - Drag question
Stel je drukt Tab in
en typt daarna
Woonplaats.
en typt daarna
Woonplaats.
A
de W staat op
ongeveer 11
B
de W staat op
ongeveer 5
C
de s eindigt op ongeveer 11
D
de s eindigt op ongeveer 16
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Als je een plaatje in Word in een stuk tekst plakt dan gaat het automatisch:
A
in de tekstregel
B
voor de tekst
C
achter de tekst
D
met de tekst er boven en er onder
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Hoe is het plaatje op de vorige dia geplakt?
A
B
C
D
Slide 12 - Quiz
Het plaatje wordt in tekstregel geplaatst
De tekst wordt in een vierkant om het plaatje gerangschikt
Het plaatje wordt voor de tekst geplaatst
De tekst wordt boven en onder het plaatje gerangschikt
Slide 13 - Drag question
Slide 14 - Slide
Wat heeft de persoon hier
verkeerd gedaan met het plaatje?
verkeerd gedaan met het plaatje?
A
Formaatgreep links in het midden versleept
B
Formaatgreep boven in het midden versleept
C
Formaatgreep links onder versleept
D
Formaatgreep links boven versleept
Slide 15 - Quiz
Wat kun je doen met
de gedraaide pijl
boven het plaatje?
de gedraaide pijl
boven het plaatje?
A
De tekst in de kolom draaien
B
Het plaatje groter of kleiner maken
C
Het hele plaatje draaien
D
Het plaatje naar een andere plaats slepen
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Wat kun je met deze functie?
A
complexe figuren tekenen
B
over het plaatje heen tekenen
C
het plaatje bijsnijden
D
het plaatje kleiner of groter maken
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Wat heb je deze les geleerd?
Slide 22 - Open question
Wat heb je nieuw geleerd in deze les?
