Paragraaf 7.2 grenzen en identiteit

Welkom! 
Dit is een digitale les die je zelfstandig door kunt komen. In deze les zit een uitlegfilmpje en enkele quizvragen die aansluiten op de uitleg. Daarna zal verwezen worden naar de planner voor de opdrachten uit het digitale werkboek

Veel succes
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Welkom! 
Dit is een digitale les die je zelfstandig door kunt komen. In deze les zit een uitlegfilmpje en enkele quizvragen die aansluiten op de uitleg. Daarna zal verwezen worden naar de planner voor de opdrachten uit het digitale werkboek

Veel succes

Slide 1 - Slide

Opbouw digitale les
  • Herhalen par. 7.1 quizvragen
  • Uitlegfilmpje 7.2
  • Check 7.2 quizvragen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 7.2
◉ Je kunt beschrijven uit welke landen het Koninkrijk der Nederlanden bestaat.
◉ Je kunt uitleggen wat het betekent dat Nederland een soeverein land is.
◉ Je kunt uitleggen wat het territorium van Nederland is
◉ Je kunt beschrijven waarom provincies en gemeenten bestuurlijke regio’s zijn.
◉ Je kunt ten minste vier voorbeelden geven van zaken waar provincies over beslissen en waar gemeenten over beslissen.
◉ Je kunt ten minste twee voorbeelden geven van manieren waarop je als burger invloed kunt uitoefenen op het bestuur in Nederland.

Slide 3 - Slide

Wat wordt bedoeld met: een harde grens, een zachte grens, een kunstmatige grens en een natuurlijke grens?

Slide 4 - Open question

Wat is een groepsidentiteit?
A
Het lievelingseten van een groep
B
De leider van de groep
C
Dat wat een groep een groep maakt
D
De grootte van de groep

Slide 5 - Quiz

Bij insluiting...
A
Ga je bij de groep horen
B
Sluit de groep je buiten
C
Ontwikkel je een eigen identiteit
D
Vind je de regionale identiteit belangrijker

Slide 6 - Quiz

bezetten, inlijven
A
annuleren
B
stagneren
C
annexeren
D
bagatelliseren

Slide 7 - Quiz

Een harde grens is hetzelfde als?
A
open grens
B
gesloten grens

Slide 8 - Quiz

Natuurlijk of kunstmatig?
A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens

Slide 9 - Quiz

Je ziet hier een
A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens
C
Harde grens
D
Zachte grens

Slide 10 - Quiz

Natuurlijk of kunstmatig?
A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens

Slide 11 - Quiz


A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens

Slide 12 - Quiz

Wat denk jij dat identiteit is?
A
Documenten waarmee je internationaal kunt reizen
B
Documenten die je laat zien als je wordt aangehouden
C
Allerlei stukjes van jouw die jou vormen als mens
D
Je afkomst en waar je woont

Slide 13 - Quiz

Oeps!
Had je moeite met de quizvragen? Merk je dat de theorie er nog niet lekker in zit? 
  1. lees paragraaf 7.1 nog goed door.
  2. Neem je aantekeningen nog eens goed door.
  3. bekijk nogmaals de uitleg in de volgende slide. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Uitleg 7.2
Je krijgt weer een uitlegfilmpje te zien. Deze duurt iets langer dan 6 minuten.
Neem je schrift en een pen er bij en schrijf mee tijdens de uitleg. 
Na de uitleg volgen weer enkele quizvragen als check of je het begrijpt. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Nederland is Soeverein. Wat wordt hier mee bedoeld?

Slide 18 - Open question

Een visser uit Engeland vist op ongeveer 30km uit de Nederlandse kust.
1. De visser mag hier niet vissen. Dit is het territorium van Nederland.
2. Hij mag hier vissen omdat dit buiten de Nederlandse territoriale wateren is.
A
Beide stellingen zijn juist
B
Beide stellingen zijn onjuist
C
stelling 1 is juist, stelling 2 onjuist
D
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist

Slide 19 - Quiz

Wat is dan wel de grens van de territoriale wateren?
A
12km vanuit de kust
B
20km vanuit de kust
C
22km vanuit de kust
D
2km vanuit de kust.

Slide 20 - Quiz

Tussen Den Haag en Rotterdam komt een nieuwe metrolijn. Welke bestuurlijke regio gaat hierover?
A
Gemeente
B
Provincie
C
Nederlandse regering (het Rijk)

Slide 21 - Quiz

Welke 4 landen horen bij het Koninkrijk der Nederlanden?

Slide 22 - Open question

Noem een aantal (minimaal 3) manieren om invloed uit te oefenen op het bestuur in Nederland. Gebruik de link in de uitleg (opvragen)

Slide 23 - Open question

De duinen langs de kust moeten versterkt worden. Welke bestuurlijke regio gaat hier over?
A
Gemeente
B
Provincie
C
De regering (het Rijk)

Slide 24 - Quiz

Voor De Willem en De Lage Waard komen nieuwe gebouwen. Wie gaat hier over?
A
Gemeente
B
Provincie
C
De regering (het Rijk)

Slide 25 - Quiz

Leerdoelen behaald?
◉ Je kunt beschrijven uit welke landen het Koninkrijk der Nederlanden bestaat.
◉ Je kunt uitleggen wat het betekent dat Nederland een soeverein land is.
◉ Je kunt uitleggen wat het territorium van Nederland is
◉ Je kunt beschrijven waarom provincies en gemeenten bestuurlijke regio’s zijn.
◉ Je kunt ten minste vier voorbeelden geven van zaken waar provincies over beslissen en waar gemeenten over beslissen.
◉ Je kunt ten minste twee voorbeelden geven van manieren waarop je als burger invloed kunt uitoefenen op het bestuur in Nederland.

Ben je in staat deze leerdoelen te beantwoorden? Kun je dit allemaal?

Slide 26 - Slide

En nu..
  1. Ga naar de de planner in de drive, week 13.
  2. Kijk wat je moet doen voor 7.2 (lezen in leerboek + basisboek en maken opdrachten via methodesite). Gebruik bij het maken altijd de groepscode, zie planner week 13 voor groepscode.
  3. 7.1 en 7.2 af? Dus gelezen, presentaties bekeken + quizvragen beantwoord én de opdrachten uit het digitale werkboek gemaakt?
    Dan ben je klaar voor deze week!

Slide 27 - Slide