◉ Je kunt beschrijven uit welke landen het Koninkrijk der Nederlanden bestaat.
◉ Je kunt uitleggen wat het betekent dat Nederland een soeverein land is.
◉ Je kunt uitleggen wat het territorium van Nederland is
◉ Je kunt beschrijven waarom provincies en gemeenten bestuurlijke regio’s zijn.
◉ Je kunt ten minste vier voorbeelden geven van zaken waar provincies over beslissen en waar gemeenten over beslissen.
◉ Je kunt ten minste twee voorbeelden geven van manieren waarop je als burger invloed kunt uitoefenen op het bestuur in Nederland.
Ben je in staat deze leerdoelen te beantwoorden? Kun je dit allemaal?