H3 2.2 + Proef 1 2324

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

HS 2 Krachten 

leerdoelen 2.2  blz  77.

Theorie

• Twee krachten zijn in evenwicht als ze elkaar opheffen.
• Fveer omhoog is even groot als Fzwaarte omlaag.
• De tas beweegt niet.

Toepassing :

• Fz en Fveer zijn in evenwicht 

CONCLUSIE:

• Fz = m x g =  Fveer   in       Newton
• Waar is het aangrijpingspunt van Fveer?

Theorie

• Twee krachten zijn in evenwicht als ze elkaar opheffen.
• Fnormaal omhoog is even groot als Fzwaarte omlaag.
• De schaal beweegt niet.

Toepassing :

• Fz en Fnormaal zijn in evenwicht
  

CONCLUSIE:

• Fz = m x g = Fnormaal in N
• Waar is het aangrijpingspunt van Fnormaal?

Theorie

• Twee krachten zijn in evenwicht als ze elkaar opheffen.
• Fspan (touw) omhoog is even groot als Fzwaarte omlaag.
• De bergbeklimmer beweegt niet.

Toepassen

• Fz en Fspan zijn in evenwicht
  

CONCLUSIE:

• Fz = m x g = Fspan in N
• Waar is het aangrijpingspunt van Fspan?

Theorie

• Je kunt twee of meer krachten samen 'vervangen' door een kracht: de resulterende kracht
• hoe je dit doet, hangt af van de richting van deze krachten en de werklijn van deze krachten.

Toepassen: Krachten optellen

1. hebben de krachten dezelfde werklijn? 
   
   
   
   
   
   
2. Hoe bepaal je de Fres in deze situatie? 

Toepassen: Krachten optellen

1. hebben de krachten dezelfde werklijn? 
   
   
   
   
   
   
2. Hoe bepaal je de Fres in deze situatie? 

Toepassen: Krachten optellen

1. hebben de krachten dezelfde werklijn? 
   
   
   
   
   
   
2. Hoe bepaal je de Fres in deze situatie? 

Toepassen2 : blz 80 opdracht 7

1. hebben de krachten dezelfde werklijn? 
   
   
   
   
   
   
2. Hoe bepaal je de Fres in deze situatie? 

Theorie

• Als de kracht op een veer groter wordt rekt de veer meer uit.

CONCLUSIE:

• Er is een rechtevenrendig verband tussen deze twee grootheden.

Toepassen 2

• m= 100 g  F = 1,0 N (ongeveer)

      u = 1 ,6 cm

• ALs de massa 2 x zo groot wordt 
• Wrdt de u ook 2x zo groot 

Theorie veerconstante C

Als je de kracht door de uitrekking deelt krijg je steeds hetzelfde getal C.

Toepassing: veerconstante C blz. 75

Blz 75

Vandaag: 

lesdoelen kracht en uitrekking blz. 78 en 79.

• Je kunt de uitrekking meten van een veer waarop een kracht wordt uitgeoefend.
• Je kunt op basis van je meetgegevens het verband tussen de u en de F bepalen.

lesdoelen onderzoek doen  blz. 173 en werken met tabellen en grafieken blz 183.

Proef 1, blz. 108

• De proef samen voorbereiden (bespreken, blz 108)
  
• De vaardigheden 1 en 8 bespreken
• De proef 1 in duo's uitvoeren (opdracht 1) !!!
• Maak minstens 5 metingen 
• De opdrachten 1 t/m 5   zelfstandig   in het boek uitwerken.

Proef 1, voorbereiden

• De theorie lezen blz 74
  
• De vaardigheden 1 en 8 blz 177  
• https://phet.colorado.edu/sims/html/masses-and-springs/latest/masses-and-springs_nl.html

Proef 1, blz. 108

Doel: Wat is het verband tussen de F(N) en de u(cm) bij een spiraalveer.

Opdrachten bespreken

Huiswerk

Opdrachten van het practicum afmaken (individueel). 

blz 73 t/m 76 goed leren.

opdrachten 1 t/m 3, blz 77 en 79  maken.

afsluiting 

• De waarde van de F en van de u in tabel 1 noemen we de meetgegevens van prof 1.
• Wat heb je geleerd over het ordenen van de meetgegevens
• Wat heb je geleerd over hoe je de meetresultaten verwerkt tot een grafiek? 
• Wat is het verband tussen de F waarmee een veer wordt uitgerekt en de uitrekking? 

Vooruitblik volgende les

SO HS 2. par 1 Voorbereiden 

Klaar?

Moeilijke opdracht klassikaal, doorlezen, anders??