H3.2 Het ontstaan van de Arabische wereld

H3 'Leven met het geloof'


cursus 3.2 'Het ontstaan van de Arabische wereld'


Tijdvak 3: Monniken en ridders (500-100)

Periode 2: Middeleeuwen (500-1500)

1 / 17
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3 'Leven met het geloof'


cursus 3.2 'Het ontstaan van de Arabische wereld'


Tijdvak 3: Monniken en ridders (500-100)

Periode 2: Middeleeuwen (500-1500)

Slide 1 - Slide

Herhaling lesdoelen 3.1

Slide 2 - Slide

Planning

  • Lesdoelen vorige les
  • Lesdoelen deze les
  • Instructie / zelfstandig werken
  • Aan de slag
  • Lesdoelen evalueren


Slide 3 - Slide

Waarom verdeelde Karel de Grote zijn rijk in graafschappen?
A
Omdat hij dat beloofd had aan zijn edelmannen.
B
Omdat het rijk te groot was om alleen te besturen.
C
Dat was makkelijker, want dan kon hij andere dingen doen.
D
Karel had ridders nodig voor zijn leger.

Slide 4 - Quiz

Welke 3 groepen waren er in de middeleeuwen?
A
Boeren, ridders en horigen
B
Geestelijken, boeren en ambachtslieden
C
Edelen, boeren en horigen
D
Boeren (horigen), geestelijken en edelen.

Slide 5 - Quiz

Welke 4 plichten had een horige?

Slide 6 - Open question

Lesdoelen 3.2
  • Je kunt uitleggen hoe de Islam is ontstaan. 

  • Je kunt 2 voorbeelden noemen van de Arabische cultuur. 

  • Je kunt de 5 zuilen van de Islam benoemen.

  • Je kunt uitleggen hoe de Arabische Wereld ontstond en zich verspreidde. 

Slide 7 - Slide

Zelfstandig / Instructie volgen

Zelfstandig werken:

Je leest eerst alle leerstoffen door (ong. 10-15min).
Je maakt eerst de begrippen en betekenissen van de cursus.
Je maakt alle opdrachten van de cursus, ook de blauwe.
Tijdens de instructie ben je stil!
Je kunt aan het einde van de les de lesdoelen beantwoorden

Instructie volgen:

Je doet mee met de uitleg.
Je maakt aantekeningen als dat nodig is.
Je hoeft niet alle opdrachten te maken.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Wie was Mohammed
  • Mohammed leefde van 570-632 n. Chr. 

  • Mohammed was een profeet: een boodschapper van God. 

  • Volgens Mohammed was er maar 1 God, Allah. 

  • Hij is de stichter van de godsdienst de Islam 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

5 zuilen van de Islam
  • Geloofsbelijdenis 
(Er is geen andere god dan Allah en Mohammed is zijn profeet)
  • 5 x per dag bidden
  • Liefdadigheid
  • Vasten (Ramadan)
  • Bedevaart naar Mekka

Slide 12 - Slide

Arabische cultuur
  • Alle mensen in de Arabische wereld spraken en schreven Arabisch en overal golden dezelfde wetten en islamitische regels. Ook werden er overal moskeeën gebouwd.

  • Mensen die in meerdere goden geloofden moesten zich bekeren tot de Islam. 

  • Christenen en Joden mochten hun geloof behouden, omdat ze ook in 1 God geloofden. 

Slide 13 - Slide

Arabische veroveringen
  • Kalief: opvolger van Mohammed. Zij breidde het Islamitische Rijk verder uit. 

  • Een moslimleger wordt door de grootvader van Karel de Grote, Karel Martel, verslagen bij de Franse stad Potiers. Hierdoor bleef Europa christelijk. 

Slide 14 - Slide

Arabische veroveringen

Slide 15 - Slide

Aan de slag
Maken:
  • cursus 3.2 blz. 100 t/m 105 opdr. 2, 3, 6, 7, 8, 9, 12
  • begrippen en betekenis.


Klaar:

  • Herhaling blz. 106
  • Verdieping blz. 107
  • Topografie blz. 126, 127

Slide 16 - Slide

Evaluatie Lesdoelen 3.2
  • Je kunt uitleggen hoe de Islam is ontstaan.

  • Je kunt 2 voorbeelden noemen van de Arabische cultuur.

  • Je kunt de 5 zuilen van de Islam benoemen.

  • Je kunt uitleggen hoe de Arabische Wereld ontstond en zich verspreidde. 


Slide 17 - Slide