Letterlijk figuurlijk taalgebruik

Welkom bij Nederlands!
START: Schrijf achterin je schrift waar je aan denkt als je het woord "Woordraadstrategie" leest.
Daarna ga je lezen.


1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
START: Schrijf achterin je schrift waar je aan denkt als je het woord "Woordraadstrategie" leest.
Daarna ga je lezen.


Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Startopdracht & Lezen
  • Info
  • Uitleg
  • ZS: H2 Woordenschat
  • Samen nakijken / nabespreken
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide



Info
Volgende boektoets pas volgend jaar.
Eerstvolgende = opdrachten H2.
Dan PW H2.

Volgende week: stagesollicatiebrief schrijven.

Vandaag
  • Startopdracht
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Nakijken
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide



Doel vandaag
  1. Je kunt drie woordraadstrategieën noemen.
  2. Je kunt uitleggen wat letterlijk taalgebruik is en een voorbeeld noemen.
  3. Je kunt uitleggen wat figuurlijk taalgebruik is en een voorbeeld noemen.
Vandaag
  • Startopdracht
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Nakijken
  • Afsluiting

Slide 5 - Slide

Woordraadstrategie

Slide 6 - Mind map

Woordraadstrategieën

- synoniemen

- omschrijving

- voorbeeld

- tegenstelling

- bekend woorddeel


Slide 7 - Slide

En dan nu...

Letterlijk 

en

figuurlijk

taalgebruik

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

In teksten kom je vaak zinnen met figuurlijke betekenis tegen.


Om teksten goed te kunnen begrijpen, is het belangrijk om figuurlijk taalgebruik te herkennen.


Wanneer je zinnen met een figuurlijke betekenis letterlijk opvat, dan is het moeilijk om de tekst te begrijpen.

Slide 10 - Slide

LETTERLIJK


- precies zoals het geschreven is

FIGUURLIJK


- bij wijze van spreken


- er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat


- ook wel beeldspraak genoemd

Slide 11 - Slide

Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles


LETTERLIJK

Er kwamen geen kippen naar de gratis tennisles



Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles


FIGUURLIJK

Er kwam helemaal niemand naar de gratis tennisles

Slide 12 - Slide



Aan de slag!
Je maakt de opdrachten van
Woordenschat H2 (pag.61).

In ZS: zorg dat je weet wat je moet doen.
Nakijken kan ook. 
Na ZS bespreken we opdrachten na.
Vandaag
  • Startopdracht
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Nakijken
  • Afsluiting

Slide 13 - Slide



Aan de slag!

10 minuten om twee opdrachten te maken.
Je werkt alleen.
Je mag geen woordenboek gebruiken, maar woordraadstrategieën!!!
Geen idee? Sla het even over.
Na het maken kijken we samen na, vul dan aan.
Klaar? Werk verder. WS af? Kijk na :-)
Luister hoe je het moet doen!

Vandaag
  • Startopdracht
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Nakijken
  • Afsluiting

Slide 14 - Slide



ZS
  • Je werkt voor jezelf en in stilte.
  • Je weet wat je moet doen.


Je maakt Woordenschat H2 (pag. 61).


Klaar? Je kunt verder werken (schriftschema).


Huiswerk: Woordenschat, opdr. 1, 2, 3 & 4 OF 5.


Vandaag
  • Startopdracht
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Nakijken
  • Afsluiting

Slide 15 - Slide



ZF
  • Je werkt voor jezelf.
  • Je mag fluisterend overleggen met je buur.
  • Je weet wat je moet doen.


Je maakt Woordenschat H2 (pag. 61).   

Klaar? Je kunt verder werken (schriftschema).

  

Huiswerk: Woordenschat, opdr. 1, 2, 3 & 4 OF 5.

Vandaag
  • Startopdracht
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Nakijken
  • Afsluiting

Slide 16 - Slide



Nakijken
GEEN VINGERS!!

Ik geef kris kras beurten.
Vebeter of vul aan waar nodig.
Vandaag
  • Startopdracht
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Nakijken
  • Afsluiting

Slide 17 - Slide



Doel vandaag
  1. Je kunt drie woordraadstrategieën noemen.
  2. Je kunt uitleggen wat letterlijk taalgebruik is en een voorbeeld noemen.
  3. Je kunt uitleggen wat figuurlijk taalgebruik is en een voorbeeld noemen.
Vandaag
  • Startopdracht
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Nakijken
  • Afsluiting

Slide 18 - Slide

Afsluiting
SNELRONDJE:
Noem een woordraadstrategie!

Huiswerk: Woordenschat, opdr. 1, 2, 3 & 4 OF 5.

Slide 19 - Slide

Wat ging er goed en wat kon beter deze les?

Slide 20 - Open question