This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Hoe heet deze driehoek?
A
Gelijkbenige driehoek
B
Gelijkzijdige driehoek
C
Rechthoekige driehoek
Slide 1 - Quiz
Welke figuren zijn vlakke figuren?
A
2, 7, 8
B
1, 3, 4, 5
C
1,3,8
D
geen
Slide 2 - Quiz
Welk vlakke figuur is dit?
A
Paralellogram
B
Trapezium
C
Rechthoek
D
Onregelmatige/gewone
vierhoek
Slide 3 - Quiz
Vlakke figuren (2D)
Ruit
Parallellogram
Vierkant
Rechthoek
Vlieger
Trapezium
Slide 4 - Drag question
Welk vlakke figuur is dit?
A
vierhoek
B
rechthoek
C
ruit
D
vierkant
Slide 5 - Quiz
1. Ik ben een vierhoek met maar twee evenwijdige zijden. Welk figuur ben ik?
A
Trapezium
B
Rechthoek
C
Paralellogram
D
Ruit
Slide 6 - Quiz
2. Welk figuur ben ik? - mijn overstaande zijden zijn even lang - mijn overstaande zijden zijn evenwijdig - mijn overstaande hoeken zijn even groot - ik ben draaisymetrisch - mijn diagonalen delen elkaar middendoor
A
Rechthoek
B
Parallellogram
C
Trapezium
D
Driehoek
Slide 7 - Quiz
3. Welk figuur ben ik? - al mijn zijden zijn even lang - mijn overstaande zijden zijn evenwijdig - mijn overstaande hoeken zijn even groot - ik ben draaisymetrisch - mijn diagonalen delen elkaar middendoor en staan loodrecht op elkaar - mijn diagonalen zijn mijn enige symmetrieassen
A
Vlieger
B
Paralellogram
C
Ruit
D
Vierkant
Slide 8 - Quiz
5. Welk figuur ben ik? - één diagonaal is mijn symmetrie as - mijn symmetrieas deelt de andere diagonaal doormidden - mijn diagonalen staan loodrecht op elkaar - twee paar zijden zijn even lang (ze zijn 2 aan 2 evenlang)
A
Vlieger
B
Trapezium
C
Driehoek
D
Vierkant
Slide 9 - Quiz
Maak de juiste combinatie
Geen symmetrie
Symmetrie-as valt samen met één diagonaal
Alleen draaisymmetrisch
Vier symmetrie-assen EN draaisymmetrisch
Twee symmetrie-assen en die vallen samen met de diagonalen
Twee symmetrie-assen, die Niet samenvallen met de diagonalen