Paragraaf 4,2 Part 2

WELCOME
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

WELCOME

Slide 1 - Slide

planning


  1. Huiswerk
  2. Past Simple & Present Perfect
  3. Oefenen
  4. Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Homework
 Maken: Boek 4 Unit 2 Lesson 1 Opdracht 7 t/m 11
Klaar? --> Opdracht 12



Slide 3 - Slide

Goals
At the end of this lesson...
  • I know the difference between Past Simple and Present Perfect

Slide 4 - Slide

Grammar Past Simple / Present Perfect
What is the difference between these two setences?

I lived in Edinburgh.

I have lived in Voerendaal for 15 years.

Slide 5 - Slide

Past Simple

Slide 6 - Slide

Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is in de verleden tijd en ook beëindigd is.

Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.


Slide 7 - Slide

The Past Simple
Bij regelmatige ww                     Bij onregelmatige ww
altijd het hele WW + ed



Achter het werkwoord plaats je 'ed
I walk -> I walked


2e rij (Past Simple) 
Zie laatste bladzijde boek

Slide 8 - Slide

Past Simple - Vraag/Ontkenning

Vraagzinnen
Did + hele ww (1e kolom):
Did you walk to school yesterday?

Ontkennende zinnen
Didn't + hele www (1e kolom):
You didn't walk to school yesterday.

Slide 9 - Slide

Present Perfect

Slide 10 - Slide

Present Perfect
Je gebruikt de Present Perfect als iets in het verleden is begonnen en nu nog steeds doorgaat.




Slide 11 - Slide

Gebruik - Present perfect 

Slide 12 - Slide

The Present Perfect
Bij regelmatige ww                     Bij onregelmatige ww
Have/has + WW + ed



Voeg have/has toe en + Achter het werkwoord plaats je 'ed
I walk -> I have walked


3e rij (Voltooid deelwoord) 
Zie laatste bladzijde boek

Slide 13 - Slide

present perfect: ezelsbruggetje
FYNE JAS

For, Yet, Never, Ever
Just, Already (Always), Since

Slide 14 - Slide

+
?
-
I
have lived
Have I lived?
I haven't lived
He, she, it
has lived
         he
Has she lived?
          it
He
She hasn't lived
It
We, you, they
have lived
          we
Have you lived?
          they
We 
you haven't lived
they
Present Perfect

Slide 15 - Slide

Past Simple / Present Perfect
The internet ___ (not exist) in 1980.
(geen afko)

Slide 16 - Open question

Past Simple or Present perfect:
I'm sorry, but I ____ (forget) my homework.
(Alleen de werkwoordsvorm)

Slide 17 - Open question

I lived in London.
I have lived in London.
Present Perfect
Past Simple

Slide 18 - Drag question

Homework
Paragraaf 4,2 Opdracht 4 t/m 7
(Bijwerken 1 t/m 10)

 Onregelmatige werkwoorden (P.178) to buy t/m to drink

Slide 19 - Slide