Break-even

1 / 22
next
Slide 1: Slide
BMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les:
1. Weet je wat de break-even afzet en omzet is en kan je deze berekenen.



Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Voorbeeld break-even afzet 
Je verkoopt alleen aardbeien milkshakes in de foodtruck voor  ​​€3. De inslag bedraagt ​​€ 0,25. De constante kosten zijn: 
1. Huisvestingskosten (€ 80); 
2. Verzekeringskosten (€ 50);
3. Rentekosten (€ 5).

Bereken de break-even afzet 

Slide 10 - Slide

Uitwerking
  • € 3 / 109 x 100% = € 2,75 (excl. btw)
  • Per milkshake houd je over: € 2,75 - € 0,25 = € 2,50
  • De totale kosten zijn: €80 + €50 + €5 = €135
  • €135/€ 2,50 = 54 wafels.  
  • Formule BEA = C / (P-V)

Slide 11 - Slide

Geef aan of het gaat om constante of variabele kosten. 







Constante kosten
Variabele kosten
Verzendkosten
Verpakkingskosten
Huur
Verzekering
Ingredienten

Slide 12 - Drag question

Welke stelling is juist?

1. Constante kosten zijn afhankelijk van de omzet.
2. Variabele kosten zijn kosten die toenemen of afnemen wanneer de omzet of afzet verandert.
A
1 en 2 zijn beide juist
B
Alleen 1 is juist
C
Alleen 2 is juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 13 - Quiz

Wat is break-even afzet?
A
De afzet waarbij winst wordt gemaakt
B
De afzet waarbij verlies wordt gemaakt
C
De afzet waarbij geen winst of verlies wordt gemaakt
D
De omzet waarbij maximale winst wordt gemaakt

Slide 14 - Quiz

Een uitgeverij verkoopt de reader van bedrijfseconomie tegen een verkoopprijs inclusief btw van € 16,35 per boek. De variabele kosten per boek zijn € 11. De constante kosten bedragen € 2.500. De btw is 9%.


Bereken de break-even afzet.

A
2.500
B
500
C
467
D
625

Slide 15 - Quiz

Opgave
Bij de Speedo kost een rondvaart € 18,15 inclusief 21% btw. De variabele kosten bedragen €8,50 per rondvaart. De constante kosten die aan de rondvaarten worden gerekend zijn € 97.500. 

 

Bereken hoeveel kaartjes de Speedo moet verkopen om break-even te draaien. 

Slide 16 - Slide

Voorbeeld break-even omzet
Omzet: € 425.000
Inslag: € 127.500
Constante kosten: € 180.000
De variabele kosten bedragen 10% van de omzet. 

Bereken de break-even omzet.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Een bedrijf heeft een omzet van € 540.000. De inslag bedraagt €205.200 en de overige variabele kosten bedragen €43.200. De constante kosten zijn €151.200.

Bereken de break-even omzet.

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Aan de slag
Wat?: maak opgave 1 t/m 4 op blz. 76 - 77
Hoe?: individueel of met je buurman/buurvrouw
Hulp?: reader of de docent
Tijd?: 10 minuten
Uitkomst?: je kan de break - even afzet en omzet berekenen
Klaar?: roep de docent erbij. Je krijgt een woordzoeker. 

Na 10 minuten zullen we de opgaven gezamenlijk nakijken.


timer
1:00

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide